Patiënten met een aangeboren of een in de familie anamnese voorkomend verlengd QT syndroom (tenzij uitgesloten middels een ECG) en patiënten met een bekend verlengd QT-interval.
En cas d’antécédent de syndrome du QT long congénital ou familial (sauf si ce diagnostic est éliminé par l’ECG) ou chez les patients présentant un allongement acquis de l’intervalle QT.