De behandeling met Ciprofibraat moet stopgezet worden als de AST en ALT spiegels gestegen zijn tot meer dan 3-maal de bovengrens van de normale waarden of als een cholestatische leveraandoening wordt aangetoond.
Interrompre le traitement par ciprofibrate si les taux d’AST et d’ALT augmentent à plus de 3 fois la limite supérieure de la normale ou en cas d’atteinte hépatique cholestatique.