Risicofactoren voor het ontstaan van hyperkaliëmie zijn die met nierinsufficiëntie, verslechtering van de nierfunctie, leeftijd (> 70 jaar), diabetes mellitus, bijkomende voorvallen, m
et name dehydratie, acute hartdecompensatie, metabole acidose en gelijktij
dig gebruik van kaliumsparende diuretica (bijvoorbeeld spironolacton, eplerenon, triamtereen of amiloride), kaliumsupplementen of kaliumbevattende zoutvervangers; of gebruik van andere geneesm
iddelen di ...[+++]e gepaard gaan met een verhoging van het serumkalium (bijvoorbeeld heparine).
Les facteurs augmentant le risque de présenter une hyperkaliémie comprennent une insuffisance rénale, une aggravation de la fonction rénale, l'âge (> 70 ans), un diabète, des évènements intercurrents, en particulier déshydratation, décompensation cardiaque aigue, acidose métabolique et prise concomitante de diurétiques épargneurs de potassium, de suppléments potassiques ou de sels de remplacement contenant du potassium (par exemple : spironolactone, éplérénone, triamtérène ou amiloride), ou de médicaments susceptibles d'augmenter la kaliémie (par exemple, héparine).