1. Levende tweekleppige weekdieren worden bewaard bij een temperatuur en op een manier die de voedselveiligheid en de leefbaarheid ervan niet aantast (vb mosselen, oesters, …)
1. Les mollusques bivalves vivants sont maintenus à une température qui n’affecte pas les caractéristiques de sécurité des aliments et de viabilité (p.e. moules, huitres,...).