Traduction de «Slijmvliesaandoening » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

catarre | slijmvliesaandoening
catarrhe | inflammation des voies respiratoires | accompagnée de sécrétions abondantes

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Uit de resultaten (tabel 3.65) blijkt dat voor de volledige groep van kwetsbare ouderen (≥ 65 jaar) een significant verband gevonden werd tussen enerzijds het zelf aangeven van een mondprobleem en anderzijds de restauratieve index (p=0,01), de aanwezigheid van een slijmvliesaandoening (p< 0,001) en de prothetische behandelnood (p=0,03) zoals vastgesteld door de onderzoeker.
Des résultats (tableau 3.65), il ressort que, pour le groupe total de personnes âgées dépendantes (≥ 65 ans), on a trouvé un rapport significatif entre, d’une part, l’auto-signalement d’un problème buccal et, d’autre part, l’indice de restauration (p=0,01), la présence d’une affection des muqueuses (p< 0,001) et le besoin de traitement prothétique (p=0,03) tel qu’établi par l’enquêteur.

De meest frequent vastgestelde slijmvliesaandoeningen zijn een drukplaats of ulcus, een andere slijmvliesaandoening, cheilitis angularis of flabby ridge.
Les affections les plus fréquemment constatées des muqueuses concernent une ulcération, d’autres affections des muqueuses, un chéilite angulaire et une crête flottante.

Van de groep ouderen waarbij de onderzoeker één of meerdere slijmvliesaandoeningen noteerde gaf 44% aan een mondprobleem te hebben terwijl dit aandeel in de groep ouderen waarbij geen slijmvliesaandoening werd genoteerd 27% bedroeg.
Dans le groupe de personnes âgées pour lesquelles l’enquêteur a noté une ou plusieurs affections des muqueuses, 44% d’entre elles ont indiqué avoir un problème buccal tandis que cette part était de 27% dans le groupe de personnes âgées pour lesquelles aucune affection des muqueuses n’a été notée.

Uit tabel 3.66 blijkt dat voor de Nederlandstalige kwetsbare ouderen een significant verband kon aangetoond worden tussen enerzijds het hebben van een mondprobleem en anderzijds de restauratieve index (p=0,03) en het hebben van een slijmvliesaandoening (p< 0,001).
Du tableau 3.66, il ressort que, pour les personnes âgées dépendantes néerlandophones, on a pu démontrer un rapport significatif entre, d’une part, le fait de souffrir d’un problème buccal et, d’autre part, l’indice de restauration (p=0,03) et le fait de souffrir d’une affection des muqueuses (p< 0,001).

Vaak Borstpijn 18 (2 %) 2 (< 1 %) 0 Soms Koude rillingen 4 (< 1 %) 0 0 Soms Slijmvliesaandoening 1 (< 1 %) 0 0 Zeer vaak Verhoogd alanine- 246 (21 %) 84 (7 %) 14 (1 %) aminotransferase
Fréquent Protéinurie 135 (12 %) 32 (3 %) 0 Peu fréquent Hémorragie du tractus 1 (< 1 %) 0 0 urinaire Peu fréquent Ménorragie 3 (< 1 %) 0 0 Peu fréquent Hémorragie vaginale 3 (< 1 %) 0 0

Voor alle onderzochte personen van 65 jaar of ouder die zelf een mondprobleem rapporteerden werd enkel een significant verband gevonden met de door de onderzoeker vastgestelde restauratieve index, aanwezigheid van een slijmvliesaandoening en prothetische behandelnood.
Pour l’ensemble des personnes de 65 ans ou plus examinées, ayant signalé elles-mêmes un problème buccal, on a uniquement trouvé un rapport significatif avec l’indice de restauration constatée par l’enquête, la présence d’une affection des muqueuses et le besoin de traitement prothétique.

Van de groep Nederlandstalige ouderen waarbij de onderzoeker één of meerdere slijmvliesaandoeningen noteerde gaf 47% aan een mondprobleem te hebben terwijl dit aandeel in de groep ouderen waarbij geen slijmvliesaandoening werd genoteerd 24% bedroeg.
Dans le groupe de personnes âgées néerlandophones pour lesquelles l’enquêteur a noté une ou plusieurs affections des muqueuses, 47% d’entre elles ont indiqué avoir un problème buccal tandis que cette part était de 24% dans le groupe de personnes âgées pour lesquelles aucune affection des muqueuses n’a été notée.