Na twee jaar behandeling was de botdichtheid van de femurhals gestegen met 2,6% ± 5,0% (mean ±SD), bij de trochander 4,6% ± 5,0% (mean ±SD) en bij de Ward’s driehoek 4,1% ± 7,4% (mean ±SD).
L’augmentation après 2 années était de 2,6% ± 5,0 % (moyenne ± écart type) au niveau du col du fémur et de 4,6% ± 5,0% (moyenne ± écart type) au niveau du trochanter et 4,1% ± 7,4% (moyenne ± écart type) au niveau du triangle de Wards.