Toediening van immunoglobuline kan leiden tot vermindering van de werkzaamheid van levend verzwakt virus zoals mazelen, rode hond, bof en waterpokken gedurende een periode van ten minste 6 weken tot 3 maanden.
L'administration d'immunoglobuline peut entraver, pendant une période minimale de 6 semaines et maximale de 3 mois, l'efficacité de vaccins de virus vivants atténués tels que les vaccins contre la rougeole, la rubéole, les oreillons et la varicelle.