Traduction de «20 subgroepen » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

partiële trisomie van chromosoom 20
trisomie partielle du chromosome 20

del(20)(p12.3)
syndrome de microdélétion 20p12.3

maternale uniparentale disomie van chromosoom 20
disomie uniparentale maternelle du chromosome 20

dup(20)(q11.2)
syndrome de microduplication 20q11.2

del(20)(q13.33)
syndrome de microdélétion 20q13.33

detectie van COVID-20
détection de SARS-CoV-2

diepe mentale retardatie, IQ lager dan 20
retard mental profond (Q.I. inférieur à 20)

humaan echovirus 20
échovirus humain de type 20

humaan rhinovirus 20
rhinovirus humain 20

humaan adenovirus 20
adénovirus humain 20

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Hoewel het normale aanbevolen doseringsschema verdragen kan worden in deze subgroepen, moet men voorzichtig zijn met een verhoging van de dosis tot 20 mg per dag.
Bien que ces sous-groupes puissent tolérer le schéma posologique habituellement recommandé, une augmentation de la dose à 20 mg par jour doit être envisagée avec prudence.

Hoewel het normaal aanbevolen doseringsschema door deze subgroepen wordt verdragen, dient een verhoging van de dosis naar dagelijks 20 mg met voorzichtigheid te worden benaderd.
Même si ces sous-groupes de patients peuvent tolérer le schéma thérapeutique habituellement recommandé, il faut aborder avec prudence une augmentation de la dose à 20 mg par jour.

Hoewel het normaal aanbevolen doseringsschema verdragen kan worden in deze subgroepen, moet men voorzichtig zijn met een verhoging van de dosis tot 20 mg per dag.
Bien que le schéma posologique normalement recommandé puisse être supporté par ces sous-groupes, il convient d'être prudent lors d'une augmentation de la dose à 20 mg par jour.

Subgroepen ‘Overige STS’ N = 112 N = 61 Mediaan (weken) 20,1 4,3 0,39 (0,25; 0,60) < 0,001
" Autres STS" N = 112 N = 61 Médiane (semaines) 20,1 4,3 0,39 (0,25, 0,60) < 0,001

Bij de volwassenen was de nood aan assistentie voor die verplaatsing het kleinst bij de groep met een psychiatrische problematiek (75% ging zelfstandig), terwijl dat in de andere subgroepen een stuk groter was (20 à 40% ging zelfstandig).
Parmi les adultes, le besoin en assistance était le moins marqué dans le groupe de personnes atteintes de troubles psychiatriques (75% d’entres elles s’y rendaient de façon autonome), tandis que, dans les autres sous-groupes, il était nettement supérieur (20 à 40% s’y rendaient de façon autonome).

In de 3 kleinste van deze 20 subgroepen was de puntschatting van de hazard ratio groter dan 1,25; d.w.z. bij patiënten zonder eerdere nefrectomie [n=186; HR=1,403; 95% BI (0,955; 2,061)], baseline LDH > 1.5 x ULN [n=68; HR=1,72; 95% BI (0,943; 3,139)] en MSKCC: laag risico [n=119; HR=1,472; 95% BI (0,937; 2,313)].
L’estimation du hazard ratio excédait 1,25 dans les trois plus petits de ces 20 sous groupes, c'est-à-dire, chez les sujets n’ayant pas eu de néphrectomie préalable (n=186, HR=1,403, IC à 95% (0,955, 2, 061)), ayant des LDH à la baseline > 1,5 x LSN (n=68, HR=1,72, IC à 95% (0,943, 3,139)), et chez ceux avec un MSKCC : risque faible (n=119, HR=1,472, IC à 95%(0,937, 2,313)).