Indien er sprake is van feiten die aanleiding geven tot de veronderstelling dat een medisch hulpmiddel voor in-vitrodiagnostiek schade heeft veroorzaakt, kunnen de gebruiker die mogelijk schade heeft geleden, zijn rechtsopvolger, zijn verplichte ziektekostenverzekeraar of andere derden die nadeel hebben ondervonden van de schade, de in de eerste alinea bedoelde informatie opvragen bij de fabrikant of zijn gemachtigde.
If facts exist that give reason to assume that an in-vitro medical device has caused damage, the potentially harmed user, his successor in title, his compulsory health insurance or other third parties affected by the damage may also demand the information referred to in sentence 1 from the manufacturer or his authorised representative.