4. neemt kennis van de ernstige financiële problemen waar meer dan 57% van de Erasmus-studenten mee kampen en die vooral degenen treffen die afkomstig zijn uit landen waar de rechtstreekse overheidssteun aan studenten het laagst is, en die in hun vaderland meestal bij hun ouders thuis wonen, zoals ongeveer één derde van de Erasmus-studenten, die dan ook grotendeels op toelagen van hun ouders zijn aangewezen; veroordeelt iedere interne discriminatie binnen stelsels van hoger onderwijs in de lidstaten, met name van de zijde van de nationale bureaus voor wat betreft de gehanteerde selectiecriteria, tegenover derdefasestudenten;
4. Acknowledges, records and draws attention to the worrying financial problems encountered by more than 57% of Erasmus students, particularly those from countries where State funding of students is lowest, who normally live with their parents in their home country - about one third of Erasmus students - and are thus largely dependent on their parents" contributions; condemns any internal discrimination practised in Member States' higher education systems, in particular by national agencies through the criteria applied when selecting students in higher education;