3. Indien een gehandicapte of een persoon met beperkte mobiliteit die over een boeking of een vervoerbewijs beschikt en heeft voldaan aan de in artikel 11, lid 2, bedoelde vereisten, op grond van deze verordening desalniettemin niet mag inschepen, hebben de betrokkene en zijn begeleider overeenkomstig lid 4 van dit artikel de keuze tussen recht op terugbetaling of recht op vervoer langs een andere route overeenkomstig bijlage I. Het recht op de mogelijkheid van een terugreis of vervoer langs een andere route is afhankelijk van de vraag of aan alle veiligheidseisen wordt voldaan.
3. Where a disabled person or a person with reduced mobility, who holds a reservation or has a ticket and has complied with the requirements referred to in Article 11(2), is nonetheless denied embarkation on the basis of this Regulation, that person, and any accompanying person referred to in paragraph 4 of this Article, shall be offered the choice between the right to reimbursement and re-routing as provided for in Annex I. The right to the option of a return journey or re-routing shall be conditional upon all safety requirements being met.