Gedurende het liberaliseringsproces kan de vroegere gevestigde onderneming evenwel een concurrentienadeel hebben omdat zij gebukt gaat onder „historische kosten”, dat wil zeggen kosten die voortvloeien uit verbintenissen die voor het begin van de openstelling van de markt zijn aangegaan en die in een concurrerende markt niet langer onder dezelfde voorwaarden kunnen worden nagekomen omdat de historische aanbieder van postdiensten de desbetreffende kosten niet meer aan de consumenten kan doorberekenen.
However, during the process of liberalisation, the former incumbent may suffer from a competitive disadvantage because he is burdened with ‘legacy costs’, that is to say costs which come from commitments entered into prior to the beginning of market opening and which can no longer be honoured under the same conditions in a competitive market environment because the historic operator is no longer able to pass on the corresponding costs to consumers.