3. Wanneer, hetzij na een onderzoekprocedure, hetzij op enig moment voor, tijdens of na een internationale geschillenbeslechtingsprocedure blijkt dat de meest geschikte wijze om een uit een belemmering voor het handelsverkeer voortvloeiend geschil op te lossen de sluiting van een overeenkomst met het betrokken derde land of de betrokken derde landen is, waardoor de essentiële rechten van de Gemeenschap en van het betrokken derde land of de betrokken derde landen kunnen worden gewijzigd, wordt de procedure overeenkomstig artikel 14 opgeschort en worden onderhandelingen gevoerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 113 van het Verdrag.
3. Where, either after an examination procedure, or at any time before, during and after an international dispute settlement procedure, it appears that the most appropriate means to resolve a dispute arising from an obstacle to trade is the conclusion of an agreement with the third country or countries concerned, which may change the substantive rights of the Community and of the third country or countries concerned, the procedure shall be suspended according to the provisions of Article 14, and negotiations shall be carried out according to the provisions of Article 113 of the Treaty.