3. Een onderzoek naar ontwikkelingsneurotoxiciteit kan als een apart onderzoek worden uitgevoerd, worden opgenomen in een onderzoek naar reproductietoxiciteit en/of neurotoxiciteit bij volwassenen (bv. testmethoden B.34 (14), B.35 (15), B.43 (16)) of worden toegevoegd aan een onderzoek naar prenatale-ontwikkelingstoxiciteit (bv. testmethode B.31 (17)).
3. A developmental neurotoxicity study can be conducted as a separate study, incorporated into a reproductive toxicity and/or adult neurotoxicity study (e.g. test methods B.34 (14), B.35 (15), B.43 (16)), or added onto a prenatal developmental toxicity study (e.g. test method B.31 (17)).