Ongeacht welke methode wordt toegepast, wordt, indien de entiteit een dochteronderneming is en zij een solvabiliteitstekort of - in geval van een niet-gereglementeerde entiteit uit de financiële sector - een theoretisch solvabiliteitstekort heeft, het totale solvabiliteitstekort van de dochteronderneming in aanmerking genomen.
Whichever method is used, when the entity is a subsidiary undertaking and has a solvency deficit, or, in the case of a non-regulated financial sector entity, a notional solvency deficit, the total solvency deficit of the subsidiary has to be taken into account.