2. De centrale autoriteiten van lidstaten dienen zowel uitgezonden medewerkers als lokale medewerkers op passende wijze op te leiden en hen te voorzien van volledige, nauwkeurige en bijgewerkte informatie en kennis inzake de relevante communautaire en nationale wetgeving alsmede omtrent het Schengenvisumbeleid.
2. Sowohl die Bediensteten aus dem Land der Auslandsvertretung als auch die örtlichen Bediensteten erhalten von den zentralen Behörden der Mitgliedstaaten eine angemessene Schulung und umfassende, detaillierte und aktuelle Informationen und Fortbildungen über die einschlägigen Rechtsvorschriften der Gemeinschaft und einzelstaatlichen Vorschriften sowie die Visumpolitik im Schengen-Raum.