1.3.4. Bij de keuze van de rassen of stammen moet rekening worden gehouden met het vermogen van de dieren om zich zonder schade voor hun welzijn aan de plaatselijke omstandigheden aan te passen, met hun levenskracht en met hun resistentie tegen ziekten.
1.3.4. Bei der Wahl der Rassen oder Linien ist der Fähigkeit der Tiere zur Anpassung an die Umweltbedingungen Rechnung zu tragen, ohne dass dadurch ihr Wohlbefinden, ihre Vitalität und ihre Widerstandsfähigkeit gegen Krankheiten beeinträchtigt werden.