Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «wet eenheidsstatuut doet blijken » (Néerlandais → Allemand) :

De parlementaire voorbereiding van de Wet Eenheidsstatuut doet blijken dat de arbeiders van de bouwsector of althans een groot deel daarvan - worden beoogd (Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC 53-3144/004, pp. 9, 12, 14, 16-19, 22, 27, 29 en 32-33; Senaat, 2013-2014, nr. 5-2396/2, pp. 10, 14, 20 en 25).

Aus den Vorarbeiten zum Gesetz über das Einheitsstatut ist ersichtlich, dass die Arbeiter des Bausektors - oder zumindest ein großer Teil davon - davon betroffen sind (Parl. Dok., Kammer, 2013-2014, DOC 53-3144/004, SS. 9, 12, 14, 16-19, 22, 27, 29 und 32-33; Senat, 2013-2014, Nr. 5-2396/2, SS. 10, 14, 20 und 25).


Artikel 142 van de Grondwet en artikel 2, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang.

Artikel 142 der Verfassung und Artikel 2 Nr. 2 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof erfordern, dass jede natürliche oder juristische Person, die eine Nichtigkeitsklage erhebt, ein Interesse nachweist.


De Grondwet en de bijzondere wet op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang.

Die Verfassung und das Sondergesetz über den Verfassungsgerichtshof erfordern, dass jede natürliche oder juristische Person, die eine Nichtigkeitsklage erhebt, ein Interesse nachweist.


« Voor de Ministerraad, voor de Regering van een Gemeenschap of van een Gewest, voor de voorzitters van de wetgevende vergaderingen op verzoek van twee derde van hun leden of voor iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die doet blijken van een belang staat een nieuwe termijn van zes maanden open voor het instellen van een beroep tot vernietiging tegen een wet, een decreet of een in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel, wanneer het Hof, uitspraak doende op een prejudiciële vraag, ver ...[+++]

« Eine neue Frist von sechs Monaten für die Einreichung einer Klage auf Nichtigerklärung eines Gesetzes, eines Dekrets oder einer in Artikel 134 der Verfassung erwähnten Regel wird dem Ministerrat, der Regierung einer Gemeinschaft oder einer Region, den Präsidenten der gesetzgebenden Versammlungen auf Antrag von zwei Dritteln ihrer Mitglieder oder jeglicher natürlichen oder juristischen Person, die ein Interesse nachweist, gewährt, wenn der Verfassungsgerichtshof auf eine Vorabentscheidungsfrage hin erklärt hat, dass dieses Gesetz, dieses Dekret oder diese in Artikel 134 der Verfassung erwähnte Regel gegen eine in Artikel 1 erwähnte Rege ...[+++]


« Voor de Ministerraad, voor de Regering van een Gemeenschap of van een Gewest, voor de voorzitters van de wetgevende vergaderingen op verzoek van twee derde van hun leden of voor iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die doet blijken van een belang staat een nieuwe termijn van zes maanden open voor het instellen van een beroep tot vernietiging tegen een wet, een decreet of een in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel, wanneer het Hof, uitspraak doende op een prejudiciële vraag, ver ...[+++]

« Eine neue Frist von sechs Monaten für die Einreichung einer Klage auf Nichtigerklärung eines Gesetzes, eines Dekrets oder einer in Artikel 134 der Verfassung erwähnten Regel wird dem Ministerrat, der Regierung einer Gemeinschaft oder einer Region, den Präsidenten der gesetzgebenden Versammlungen auf Antrag von zwei Dritteln ihrer Mitglieder oder jeglicher natürlichen oder juristischen Person, die ein Interesse nachweist, gewährt, wenn der Verfassungsgerichtshof auf eine Vorabentscheidungsfrage hin erklärt hat, dass dieses Gesetz, dieses Dekret oder diese in Artikel 134 der Verfassung erwähnte Regel gegen eine in Artikel 1 erwähnte Rege ...[+++]


Het beroep tot vernietiging is ingesteld op grond van artikel 4, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, dat bepaalt dat een nieuwe termijn van zes maanden openstaat voor het instellen, door onder meer iedere natuurlijke of rechtspersoon die doet blijken van een belang, van een beroep tot vernietiging van een wet wanneer het Hof, uitspraak doende op een prejudiciële vraag, heeft verklaard dat die wet met name het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schendt.

Die Nichtigkeitsklage wurde aufgrund von Artikel 4 Absatz 2 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof erhoben, der bestimmt, dass unter anderem jeglicher natürlichen oder juristischen Person, die ein Interesse nachweist, eine neue Frist von sechs Monaten für die Einreichung einer Klage auf Nichtigerklärung eines Gesetzes gewährt wird, wenn der Gerichtshof auf eine Vorabentscheidungsfrage hin erklärt hat, dass dieses Gesetz insbesondere gegen den Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung verstößt.


De Ministerraad voert in eerste instantie aan dat geen van de verzoekende partijen doet blijken van het rechtens vereiste belang om een vernietiging van artikel 97 van de Wet Eenheidsstatuut te vorderen.

Der Ministerrat führt zunächst an, dass keine der klagenden Parteien das rechtlich erforderliche Interesse nachweise, um eine Nichtigerklärung von Artikel 97 des Gesetzes über das Einheitsstatut zu beantragen.


Artikel 4, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 - zoals ingevoegd bij artikel 3, b), van de bijzondere wet van 9 maart 2003 « tot wijziging van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof » - bepaalt dat een nieuwe termijn van zes maanden openstaat voor het instellen van een beroep tot vernietiging van een wet voor iedere natuurlijke persoon die doet blijken van een belang wanneer het Hof, uitspraak doende op een prejudiciële vraag, heeft verklaard dat die wet in strijd is met één van de regels waarvan het de naleving verzekert.

Artikel 4 Absatz 2 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 - eingefügt durch Artikel 3 Buchstabe b) des Sondergesetzes vom 9. März 2003 « zur Abänderung des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof » - bestimmt, dass eine neue Frist von sechs Monaten für die Einreichung einer Klage auf Nichtigerklärung eines Gesetzes jeglicher natürlichen Person, die ein Interesse nachweist, gewährt wird, wenn der Hof auf eine präjudizielle Frage hin erklärt hat, dass dieses Gesetz gegen eine der Regeln, deren Beachtung er gewährleistet, verstösst.


Artikel 87, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof beperkt het recht om een memorie neer te leggen, in het in die paragraaf bedoelde geval, tot « ieder die van een belang doet blijken in de zaak voor de rechter die de verwijzing gelast »; daaruit volgt dat de enkele hoedanigheid van partij bij een procedure die analoog is met die welke bij het Hof prejudicieel aanhangig is, niet volstaat om te doen blijken van het belang om in een procedure betreffende een prejudiciële vraag tussen te komen.

Artikel 87 § 1 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof beschränkt das Recht auf Hinterlegung eines Schriftsatzes in dem in diesem Paragraphen vorgesehenen Fall auf « jede Person, die ein Interesse in der Sache vor dem Gericht, das die Verweisung anordnet, nachweist »; folglich reicht die blosse Eigenschaft als Partei in einem ähnlichen Verfahren wie demjenigen, mit dem der Hof präjudiziell befasst wurde, nicht aus, um ein Interesse an einer Intervention in einem Verfahren bezüglich einer präjudiziellen Frage nachzuweisen.


15-16). Dit resulteerde in een nieuwe tekst, het huidige derde lid van artikel 142 van de Grondwet, dat, buiten de saisine van het Hof bij wege van een prejudiciële vraag gesteld door een rechtscollege, een onderscheid maakt tussen, enerzijds, « iedere bij wet aangewezen overheid », die van geen belang moet doen blijken, en, anderzijds, « ieder die doet blijken van een belang ».

Daraus ist ein neuer Text, nämlich der heutige Absatz 3 von Artikel 142 der Verfassung, entstanden, der, abgesehen von der Befassung des Hofes mit einer von einem Rechtsprechungsorgan gestellten präjudiziellen Frage, zwischen einerseits « jeder durch Gesetz bezeichneten Behörde », die kein Interesse nachweisen muss, und andererseits « jedem, der ein Interesse nachweist » unterscheidet.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'wet eenheidsstatuut doet blijken' ->

Date index: 2025-05-21
w