17. wijst op het belang van voortzetting van het werk over wereldwijde praktijken met betrekking tot met name de geheime detentie in het kader van terrorismebestrijding; verzoekt de lidstaten van de EU voor een passende follow-up van de bestaande verslagen te zorgen, overeenkomstig de eerdere standpuntbepalingen van het Europees Parlement met betrekking tot dit onderwerp, in het bijzonder zijn resoluties over het gebruik door de CIA van Europese landen voor het vervoer en illegaal vasthouden van gevangenen;
18. hebt hervor, dass die Arbeit betreffend die weltweiten Praktiken im Zusammenhang mit geheimen Inhaftierungen im Kontext der Terrorismusbekämpfung fortgeführt werden muss; fordert die Mitgliedstaaten der Europäischen Union auf, im Einklang mit den früheren Standpunkten des Europäischen Parlaments zu dieser Frage, insbesondere in seinen Entschließungen zu der Nutzung europäischer Staaten durch die CIA für die Beförderung und das rechtswidrige Festhalten von Gefangenen, für ein angemessenes Vorgehen im Anschluss an die vorliegenden Berichte zu sorgen;