21. wijst erop dat de mogelijkheden voor levenslang leren zo goed mogelijk moeten worden afgestemd op de behoeften van individuen, kwetsbare maatschappelijke groepen en de arbeidsmarkt en benadrukt dat die steeds veran
deren, waardoor een voortdurend voortgezet onderwijs een onvermijdelijke noodzaak wordt en vestigt in het bijzonder de aandacht op de hiermee samenhangende sociale en financiële uitdagingen; herinnert eraan dat „een baan voor het leven” niet meer bestaat en scholing en herscholing van fundamenteel belang zijn; herhaalt dat passende voorwaarden dienen te worden geschapen om van kinds af aan een positieve houding ten aanzie
...[+++]n van het leren te bevorderen; 21. weist auf die Notwendigkeit hin, Angebote für lebenslanges Lernen so weit wie möglich an die Bedürfnisse des Einzelnen und benachteiligter sozialer Gruppen sowie des Arbeitsmarktes anzupassen, und betont, dass die sich beständi
g ändernde Art dieser Bedürfnisse ständige Weiterbildung zu einer unvermeidlichen Notwendigkeit macht, und legt dabei besonderes Augenmerk auf die damit zusammenhängenden sozialen und finanziellen Herausforderungen; erinnert daran, dass es keinen „Arbeitsplatz auf Lebenszeit“ mehr gibt und dass Schulung und Umschulung von wesentlicher Bedeutung sind; bekräftigt, dass vorteilhafte Bedingungen geschaffen werden
...[+++] müssen, um eine positive Lernhaltung von Kindheit an zu begünstigen; 
