Vertaling van "volgens welke een direct onderscheid een discriminatie vormt tenzij " (Nederlands → Duits) :

In zoverre de rechter dient na te gaan of een beroepsvereiste op een legitieme doelstelling berust en evenredig is ten aanzien van de nagestreefde doelstelling, verschilt die toetsing niet van de in artikel 7, § 2, neergelegde algemene rechtvaardigingsgrond, volgens welke een direct onderscheid een discriminatie vormt tenzij het wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen passend en noodzakelijk zijn voor dat doel.
Insofern der Richter prüfen muss, ob eine berufliche Anforderung auf einem rechtmässigen Zweck beruht und im Verhältnis zum angestrebten Ziel steht, unterscheidet sich diese Prüfung nicht von dem in Artikel 7 § 2 angeführten allgemeinen Rechtfertigungsgrund, wonach ein unmittelbarer Unterschied eine Diskriminierung darstellt, es sei denn, er wird durch ein legitimes Ziel gerechtfertigt und die Mittel sind für dieses Ziel geeignet und notwendig.

De algemene en open rechtvaardigingsgrond voor direct onderscheid op grond van de « beschermde criteria » houdt in dat elk direct onderscheid op grond van een van de « beschermde criteria » een directe discriminatie vormt, tenzij dat directe onderscheid objectief wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn (artikel 7 van de Algemene Antidiscriminatiewet)
Der allgemeine und offene Rechtfertigungsgrund für einen unmittelbaren Unterschied aufgrund der « geschützten Kriterien » beinhaltet, dass jeder unmittelbare Unterschied auf der Grundlage eines der « geschützten Kriterien » eine unmittelbare Diskriminierung darstellt, es sei denn, dieser unmittelbare Unterschied ist durch ein rechtmässiges Ziel sachlich gerechtfertigt und die Mittel sind zur Erreichung dieses Ziels sind angemessen und erforderlich (Artikel 7 des allgemeinen Antidiskriminierungsgesetzes).

De algemene en open rechtvaardigingsgrond voor direct onderscheid op grond van de « beschermde criteria » houdt in dat elk direct onderscheid op grond van een van de « beschermde criteria » een directe discriminatie vormt, tenzij dat directe onderscheid objectief wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn (o.m. artikel 7, § 2, van de Antiracismewet, artikel 7 van de Algemene Antidiscriminatiewet en artikel 14 van de Genderwet).
Der allgemeine und offene Rechtfertigungsgrund für einen unmittelbaren Unterschied aufgrund der « geschützten Kriterien » beinhaltet, dass jeder unmittelbare Unterschied auf der Grundlage eines der « geschützten Kriterien » eine unmittelbare Diskriminierung darstellt, es sei denn, dieser unmittelbare Unterschied ist durch ein rechtmässiges Ziel sachlich gerechtfertigt und die Mittel sind zur Erreichung dieses Ziels sind angemessen und erforderlich (u.a. Artikel 7 § 2 des Antirassismusgesetzes, Artikel 7 des allgemeinen Antidiskriminierungsgesetzes und Artikel 14 des Geschlechtergesetzes).

« Elk direct onderscheid op grond van nationaliteit vormt een directe discriminatie, tenzij dit direct onderscheid objectief gerechtvaardigd wordt door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.
« Jeder unmittelbare Unterschied auf der Grundlage der Staatsangehörigkeit stellt eine unmittelbare Diskriminierung dar, es sei denn, dieser unmittelbare Unterschied ist durch ein rechtmässiges Ziel sachlich gerechtfertigt, und die Mittel sind zur Erreichung dieses Ziels angemessen und erforderlich.

Volgens artikel 13 van de Algemene Antidiscriminatiewet, ten slotte, vormt voor publieke of particuliere organisaties, waarvan de grondslag op geloof of levensbeschouwing is gebaseerd, een direct onderscheid op grond van geloof of levensbeschouwing voor wat betreft de beroepsactiviteiten van die organisatie geen discriminatie indien het geloof of de levensbeschouwing vanwege de aard van de activiteiten of de context waarin zij worden uitgeoefend een wezenlijke, legitieme en gerechtvaardigde beroepsvereiste vormt gezien de grondslag van de organisatie.
Gemäss Artikel 13 des allgemeinen Antidiskriminierungsgesetzes schliesslich stellt für öffentliche oder private Organisationen, deren Grundlage auf dem Glauben oder der Weltanschauung beruht, ein unmittelbarer Unterschied aufgrund des Glaubens oder der Weltanschauung bezüglich der Berufstätigkeiten dieser Organisation keine Diskriminierung dar, wenn der Glaube oder die Weltanschauung von der Beschaffenheit der Tätigkeiten oder des Kontextes, in dem sie ausgeübt werden, her eine wesentliche, rechtmässige und gerechtfertigte berufliche Anforderung angesichts der Grundlage der Organisation darstellt.