25. stelt zich op het standpunt dat de mondiale economische beleidsaansturing voldoende evolutiegericht, flexibel en pragmatisch moet zijn om te kunnen bepalen welke structuren naar gelang de omstandigheden en met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel het meest geschikt zijn;
25. ist der Auffassung, dass die globale wirtschaftliche Ordnungspolitik ausreichend entwicklungsfähig, flexibel und pragmatisch sein muss, um zu den unter den gegebenen Umständen und unter Achtung des Subsidiaritätsprinzips angemessensten Regelungen zu gelangen;