Artikel 30 bepaalt : « Voor hun briefwisseling met de inwoners van de Vlaamsche gemeenten, gebruiken de militaire overheden de Nederlandsche taal; met de inwoners der Waalsche gemeenten gebruiken zij de Fransche taal, en met de inwoners van Brussel-Hoofdstad gebruiken zij de Fransche of de Nederlandsche taal, al naar de omstandigheden ».
Artikel 30 bestimmt: « Militärbehörden korrespondieren mit Einwohnern der flämischen Gemeinden in niederländischer Sprache, mit Einwohnern der wallonischen Gemeinden in französischer Sprache und mit Einwohnern von Brüssel-Hauptstadt je nach Umständen in französischer oder niederländischer Sprache ».