Onder korte-termijnmobiliteit wordt voor de toepassing van deze richtlijn verstaan ieder verblijf in andere lidstaten dan de lidstaat die de vergunning voor een binnen een onderneming overgeplaatste persoon heeft afgegeven voor een periode van ten hoogste 90 dagen per lidstaat.
Die kurzfristige Mobilität im Sinne dieser Richtlinie sollte Aufenthalte in anderen Mitgliedstaaten als dem Mitgliedstaat, der den Aufenthaltstitel für unternehmensintern transferierte Arbeitnehmer ausgestellt hat, mit einer Dauer von bis zu 90 Tagen je Mitgliedstaat erfassen.