De eerste prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de artikelen 59 en 82 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, in zoverre zij voorzien in verschillende opzeggingstermijnen voor arbeiders en bedienden met dezelfde anciënniteit.
Die erste präjudizielle Frage bezieht sich auf die Vereinbarkeit der Artikel 59 und 82 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern sie unterschiedliche Kündigungsfristen für Arbeiter und Angestellte mit dem gleichen Dienstalter festlegen.