Als de wetgever echter twee voldoende vergelijkbare categorieën van uitkeringen - te dezen, enerzijds, uitkeringen van beleggingsvennootschappen die in het land van hun fiscale woonplaats een belastingregeling genieten die afwijkt van het gemeen recht en, anderzijds, uitkeringen van alle ander
e vennootschappen - verschillend behandelt door de eerstgenoemde categorie uit te sluiten van de liquidatieheffing en de tweede categori
e aan de heffing te onderwerpen, dient het Hof bij de toetsing aan de artikelen 10 en 11
...[+++]van de Grondwet te oordelen of voor dat onderscheid een objectieve en redelijke verantwoording bestaat.Wenn der Gesetzgeber jedoch zwei ausreichend vergleichbare Kategorien von Auszahlungen - im vorliegenden Fall einerseits Auszahlungen von Investitionsgesellschaften, die im Land des Steuersitzes eine vom Gemeinrecht abweichende Steuerregelung geniessen, und andererseits
Auszahlungen aller anderen Gesellschaften -, un
terschiedlich behandelt, indem er die erste Kategorie von der Liquidationsabgabe ausschliesst, und die zweite Kategorie der Abgabe unterwirft, muss der Hof bei der Prüfung anhand der Artikel 10 und 11 der Verfassung beurte
...[+++]ilen, ob für diesen Unterschied eine objektive und vernünftige Rechtfertigung besteht.
