Overwegende dat in artikel 8 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 985/68 van de Raad van 15 juli 1968 houdende vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1075/71 ( 4 ) , wordt bepaald dat de steun aan de particuliere opslag afhankelijk wordt gesteld van het sluiten van een opslagcontract met het interventiebureau ; dat de voorwaarden , volgens welke het opslagcontract wordt opgesteld , zijn vastgelegd in artikel 23 van Verordening ( EEG ) nr . 685/69 van de Commissie van 14 april 1969 betreffende de uitvoeringsbepalingen van de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room ( 5 ) , laatstelijk gewijzigd b
...[+++]ij Verordening ( EEG ) nr . 606/71 ( 6 ) ;
Die Verordnung (EWG) Nr. 985/68 des Rates vom 15. Juli 1968 zur Festlegung der Grundregeln für die Interventionen auf dem Markt für Butter und Rahm (3), zuletzt geändert durch die Verordnung (EWG) Nr. 1075/71 (4), sieht in Artikel 8 Absatz 2 vor, daß die Beihilfe für die private Lagerhaltung vom Abschluß eines Lagervertrags mit der Interventionsstelle abhängig gemacht wird. Die Voraussetzungen für den Abschluß des Lagervertrags sind in Artikel 23 der Verordnung (EWG) Nr. 685/69 der Kommission vom 14. April 1969 über Durchführungsbestimmungen für die Interventionen auf dem Markt für Butter und Rahm (5), zuletzt geändert durch die Verordnung (EWG) Nr. 606/71 (6), festgelegt.