Vertaling van "uitwerkt of daar anderszins mee samenhangt " (Nederlands → Duits) :

[17] Artikel 11: “[.] In de regel is er reden om na te gaan of de vreemdeling reeds eerder een asielverzoek in een andere lidstaat heeft ingediend, indien: a) de vreemdeling verklaart dat hij een asielverzoek heeft ingediend, zonder echter te vermelden in welke lidstaat dit heeft plaatsgevonden; b) de vreemdeling niet om asiel verzoekt, maar tegen terugzending naar zijn land van herkomst bezwaar maakt, omdat hij beweert daar gevaar te lopen; c) de vreemdeling anderszins zijn verwijdering tracht te verhinderen door te weigeren om aan de vaststelling van zijn identiteit mee te werken, in het bijzonder door geen of valse identiteitspapieren te tonen”.
[17] Artikel 11 besagt: „(.) Eine Überprüfung, ob der Ausländer zu einem früheren Zeitpunkt einen Asylantrag in einem anderen Mitgliedstaat gestellt hat, ist in der Regel begründet, wenn (a) der Ausländer erklärt, dass er einen Asylantrag gestellt habe, jedoch den Mitgliedstaat der Antragstellung nicht angibt; b) der Ausländer kein Asyl beantragt, die Rückführung in sein Herkunftsland jedoch mit der Begründung ablehnt, dass er dort in Gefahr wäre, oder (c) der Ausländer seine Abschiebung anderweitig zu verhindern versucht, indem er es ablehnt, bei der Feststellung seiner Identität mitzuwirken, vor allem indem er keine oder gefälschte Ausweispapiere vorlegt”.

(16) Deze verordening vormt een besluit dat het Schengenacquis uitwerkt of daar anderszins mee samenhangt in de zin van artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003.
(16) Diese Verordnung stellt einen auf dem Schengen-Besitzstand aufbauenden oder anderweitig damit zusammenhängenden Rechtsakt im Sinne des Artikels 3 Absatz 2 der Beitrittsakte von 2003 dar –

(19) Artikel 4, onder d), en artikel 22, alsmede hoofdstuk III van deze verordening vormen bepalingen die het Schengenacquis uitwerken of daar anderszins mee samenhangen in de zin van artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003,
(19) Artikel 4 Buchstabe d und Artikel 22 sowie Kapitel III dieser Verordnung sind auf dem Schengen-Besitzstand aufbauende oder anderweitig damit zusammenhängende Bestimmungen im Sinne von Artikel 3 Absatz 2 der Beitrittsakte von 2003.

(20) Artikel 4, onder b), en artikel 9, onder c), vormen bepalingen die het Schengenacquis uitwerken of daar anderszins mee samenhangen in de zin van artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003,
(20) Artikel 4 Buchstabe b und Artikel 9 Buchstabe c sind auf dem Schengen-Besitzstand aufbauende oder anderweitig damit zusammenhängende Bestimmungen im Sinne von Artikel 3 Absatz 2 der Beitrittsakte von 2003 -

(19) Artikel 4, onder b), en artikel 9, onder c), alsmede hoofdstuk III van deze verordening vormen bepalingen die het Schengenacquis uitwerken of daar anderszins mee samenhangen in de zin van artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003,
(19) Artikel 4 Buchstabe b und Artikel 9 Buchstabe c sind auf dem Schengen-Besitzstand aufbauende oder anderweitig damit zusammenhängende Bestimmungen im Sinne von Artikel 3 Absatz 2 der Beitrittsakte von 2003.

Deze verordening vormt een besluit dat het Schengenacquis uitwerkt of daar anderszins mee samenhangt in de zin van artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003,
Diese Verordnung stellt einen auf dem Schengen-Besitzstand aufbauenden oder anderweitig damit zusammenhängenden Rechtsakt im Sinne des Artikels 3 Absatz 2 der Beitrittsakte von 2003 dar —

In zijn arrest van 30 mei 2006 heeft het Hof van Justitie Besluit 2004/496/EG van de Raad van 17 mei 2004 betreffende de goedkeuring door de Europese Gemeenschap van de vorige overeenkomst (inzake de verwerking en overdracht van PNR-gegevens door luchtvaartmaatschappijen aan de autoriteiten van de VS, alsmede Beschikking 2004/535/EG van de Commissie van 14 mei 2004 (de zogenoemde gelijkwaardigheidsbeschikking), die daar nauw mee samenhangt, nietig verklaard.
In seinem Urteil vom 30. Mai 2006 hatte der Europäische Gerichtshof den Beschluss 2004/496/EG des Rates vom 17. Mai 2004 über die Genehmigung durch die Europäische Gemeinschaft des vorangegangenen Abkommens (über die Verarbeitung von Fluggastdatensätzen und deren Übermittlung durch die Fluggesellschaften an die US-Behörden) sowie die Entscheidung 2004/535/EG der Kommission vom 14. Mai 2004 (die so genannte Angemessenheitsentscheidung), die mit dem Ratsbeschluss in einem engen Zusammenhang stand, für nichtig erklärt.