Vertaling van "uitbating van automatische " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

uitbating
Betreibung

burgerlijke aansprakelijkheid uitbating
Betriebshaftpflicht

professionele uitbater
gewerblicher Betreiber

automatisch bellen | automatisch interlokaal abonneeverkeer | automatisch interlokaal telefoonverkeer | automatisch telefoneren | directe interlocale kiesmogelijkheid | interlocale automatische telefonie | interlokaal automatisch abonneeverkeer | interlokale selectie van de abonnee | STD [Abbr.]
automatische Fernwahl | oeffentliches Fernsprechnetz | Selbstwaehlferndienst | Selbstwaehlfernverkehr | Selbstwählferndienst | Selbstwahlfernverkehr

automatisch internationaal bellen | automatisch internationaal verkeer | internationaal direct automatisch telefoonverkeer | internationale automatische dienst | internationale automatische nummerkeuze | ISD [Abbr.]
automatischer internationaler Dienst | internationales Selbstwählen | Zwischenverteiler

hoofdartikel voor de uitbating
Betriebshauptartikel

casino-uitbater | cheffin tafelspelen | directrice speelzaal | manager gokspelen
Leiter einer Spielhalle | Leiterin einer Spielhalle | Leiter einer Glücksspieleinrichtung/Leiterin einer Glücksspieleinrichtung | Leiterin eines Spielcasinos

bedrijfsleider viskwekerij | uitbater aquacultuurbedrijf | leidinggevende aquacultuurbedrijf | medewerker viskwekerij
Fischzuchtbetriebsleiter | Leiter Aquakulturbetriebe | Fischzuchtbetriebsleiterin | Leiter Aquakulturbetriebe/Leiterin Aquakulturbetriebe

B&B-uitbater | bed and breakfast-uitbaatser | B&B-houdster | bed and breakfast-houder
Frühstückspensionsleiter | Frühstückspensionsleiterin | Pensionsleiter | Pensionsleiter/Pensionsleiterin

kort semi-automatisch vuurwapen
halbautomatische Kurz-Feuerwaffe (1) | halbautomatische Kurz-Schusswaffe (2)

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Met het oog op de bepaling van en de controle op de bruto-opbrengst van de spelen teweeggebracht door de uitbating van de automatische kansspeltoelstellen kan de gewestelijke Minister bevoegd voor Financiën overeenkomsten sluiten met de uitbaters van de zogenaamde spelen, om de elektronische mededeling van de gegevens gebonden aan de uitbating ervan te verzekeren.
Zwecks der Bestimmung und der Kontrolle des durch den Betrieb von Glücksspielautomaten erzeugten Bruttoertrags kann der Minister der Region, zu dessen Zuständigkeitsbereich die Finanzen gehören, mit den Betreibern dieser Spiele Vereinbarungen treffen, um die elektronische Ubertragung der Daten in Zusammenhang mit deren Betrieb zu gewährleisten.

De verzoekende partijen in de zaak nr. 1965 zijn van mening dat zij van het vereiste belang doen blijken, aangezien de bestreden bepalingen in belangrijke mate de verwezenlijking van hun maatschappelijk doel beperken, dat bestaat in « de uitbating van automatische spelen en handigheidspelen, de handel in het algemeen met inbegrip van de aan- en verkoop en de in- en uitvoer, de fabrikatie en exploitatie van alle amusements- en muziekapparaten, automatische en electronische apparaten » (eerste verzoeker), « de aankoop, de verkoop, de invoer, de uitvoer, de doorvoer, het huren, het verhuren, het uitbaten, het onderhouden en het herstellen, zo in 't groot als in detail van café-spelen, amusementspelen, horecamachines en horeca-installaties » (tweede verzoeker), « alle produktie, de assemblage en de installatie van alle apparaten en apparatuur, van electrische of automatische aard evenals de aankoop, de in- en uitvoer, de verkoop en distributie, zowel rechtstreeks als tussenpersoon, alsmede het verlenen van alle mogelijke diensten ermede verband houdend » (derde verzoeker), « de aankoop, de verkoop, de handel, de organisatie en uitbating van automatische spelen en handigheidsspelen, de inrichting van vertoningen allerhande, de uitbating van drankgelegenheden en buffetten » (vierde verzoeker).
Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 1965 sind der Ansicht, dass sie das erforderliche Interesse aufweisen würden, da die angefochtenen Bestimmungen die Verwirklichung ihres Gesellschaftszwecks in erheblichem Masse einschränken würden; dieser bestehe in « dem Betrieb von Spielautomaten und Geschicklichkeitsspielen, der Vermarktung im allgemeinen, einschliesslich des An- und Verkaufs, der Einfuhr und der Ausfuhr, der Herstellung und Betreibung aller Vergnügungs- und Musikgeräte, Spielautomaten und elektronischen Geräte » (erste klagende Partei), « dem Ankauf, dem Verkauf, der Einfuhr, der Ausfuhr, der Durchfuhr, dem Mieten, dem Vermieten, dem Betrieb, der Wartung und der Reparatur - im grossen oder einzeln - von Kneipenspielen, Vergnügungsspielen, Horeca-Maschinen und Horeca-Installationen » (zweite klagende Partei), « aller Herstellung, der Montage und der Installation aller Geräte und Apparatur elektrischer oder automatischer Art sowie dem Kauf, der Ein- und Ausfuhr, dem Verkauf und dem Vertrieb, sowohl direkt als auch als Vermittler, sowie der Erbringung von allen möglichen damit verbundenen Dienstleistungen » (dritte klagende Partei), « dem Kauf, dem Verkauf, der Vermarktung, der Organisation und dem Betrieb von Spielautomaten und Geschicklichkeitsspielen, der Organisation von verschiedenen Vorführungen, dem Betrieb von Schankwirtschaften und Büfetts » (vierte klagende Partei).

De verzoekende partij in de zaak nr. 1987 verklaart dat zij als maatschappelijk doel heeft « zowel voor haar rekening als voor rekening van derden, alleen of met medewerking van anderen, in België en in het buitenland, het commerciële, technische en administratieve beheer van de aanvaarding van spelen daar inbegrepen de uitbating van automatische apparatuur van vermaak of andere, alsook de organisatie van alle weddenschappen, van alle soorten onder meer het wedden op paardenkoersen, zoals weddenschappen onderling georganiseerd, aan de quotatie en/of met toebedeling, in België en in het buitenland » (artikel 4, eerste lid, van de statuten).
Die klagende Partei in der Rechtssache Nr. 1987 erklärt, folgenden Gesellschaftszweck zu haben: « sowohl für eigene Rechnung als auch für Rechnung von Dritten, allein oder mit Beteiligung anderer, in Belgien und im Ausland, die geschäftliche, technische und verwaltungsmässige Führung der Annahme von Spielen, einschliesslich des Betriebs von automatischen Unterhaltungsgeräten oder anderer, sowie die Organisation von Wetten aller Art, unter anderem von Wetten auf Pferderennen, wie Totalisator, Wetten auf Gewinnchancen und/oder mit Umlegung, in Belgien oder im Ausland » (Artikel 4 Absatz 1 der Satzung).

De verzoekende partijen zijn van mening dat zij van het vereiste belang doen blijken aangezien de bestreden bepalingen in belangrijke mate de verwezenlijking van hun maatschappelijk doel beperken, dat bestaat in « de uitbating van automatische spelen en handigheidspelen, de handel in het algemeen met inbegrip van de aan- en verkoop en de in- en uitvoer, de fabrikatie en exploitatie van alle amusements- en muziekapparaten, automatische en electronische apparaten » (eerste verzoeker), « de aankoop, de verkoop, de invoer, de uitvoer, de doorvoer, het huren, het verhuren, het uitbaten, het onderhouden en het herstellen, zo in 't groot als in detail van café-spelen, amusementspelen, horecamachines en horeca-installaties » (tweede verzoeker), « alle produktie, de assemblage en de installatie van alle apparaten en apparatuur, van electrische of automatische aard evenals de aankoop, de in- en uitvoer, de verkoop en distributie, zowel rechtstreeks als tussenpersoon, alsmede het verlenen van alle mogelijke diensten ermede verband houdend » (derde verzoeker), « de aankoop, de verkoop, de handel, de organisatie en uitbating van automatische spelen en handigheidsspelen, de inrichting van vertoningen allerhande, de uitbating van drankgelegenheden en buffetten » (vierde verzoeker).
Die klagenden Parteien seien der Ansicht, dass sie das erforderliche Interesse aufweisen würden, da die angefochtenen Bestimmungen die Verwirklichung ihres Gesellschaftszwecks in erheblichem Masse einschränken würden. Ihr Gesellschaftszweck bestehe in « dem Betrieb von Spielautomaten und Geschicklichkeitsspielen, der Vermarktung im allgemeinen, einschliesslich des An- und Verkaufs, der Einfuhr und der Ausfuhr, der Herstellung und Betreibung aller Vergnügungs- und Musikgeräte, Spielautomaten und elektronischen Geräte » (erste klagende Partei), « dem Ankauf, dem Verkauf, der Einfuhr, der Ausfuhr, der Durchfuhr, dem Mieten, dem Vermieten, dem Betrieb, der Wartung und der Reparatur - im grossen oder einzeln - von Kneipenspielen, Vergnügungsspielen, Horeca-Maschinen und Horeca-Installationen » (zweite klagende Partei), « aller Herstellung, der Montage und der Installation aller Geräte und Apparatur elektrischer oder automatischer Art sowie dem Kauf, der Ein- und Ausfuhr, dem Verkauf und dem Vertrieb, sowohl direkt als auch als Vermittler, sowie der Erbringung von allen möglichen damit verbundenen Dienstleistungen » (dritte klagende Partei), « dem Kauf, dem Verkauf, der Vermarktung, der Organisation und dem Betrieb von Spielautomaten und Geschicklichkeitsspielen, der Organisation von verschiedenen Vorführungen, dem Betrieb von Schankwirtschaften und Büfetts » (vierte klagende Partei).

2. « of art. 2 § 1, 1° en 2° van het KB van 03 april 1953 tot samenordening van de wetsbepalingen inzake de slijterijen van gegiste dranken, en de art. 36 § 1 en 37 § 3 van hetzelfde KB en art. 11 § 2 en de artt. 26 § 1 en 27 § 5 van de wet van 28 december 1983 betreffende het verstrekken van sterke drank en betreffende het vergunningsrecht, in die zin dat zij een beroepsverbod of ontzegging opleggen om deel te nemen aan de uitbating van een slijterij van gegiste dranken en/of te laten deelnemen aan de uitbating van een slijterij van gegiste dranken en/of te laten deelnemen aan de uitbating van een slijterij van gegiste dranken of een drankgelegenheid voor ter plaatse te verbruiken sterke dranken, de artt. 10 en 11 van de Grondwet schenden in zoverre zij automatische en niet in de tijd beperkte beroepsverboden instellen, of minstens de internationaal gegarandeerde vrijelijke keuze van arbeid en recht op arbeid voor onbepaalde duur, levenslang, ontzeggen ».
2. « ob Artikel 2 § 1 Nrn. 1 und 2 des königlichen Erlasses vom 3. April 1953 zur Koordinierung der Gesetzesbestimmungen über den Ausschank vergorener Getränke und die Artikel 36 § 1 und 37 § 3 desselben königlichen Erlasses sowie Artikel 11 § 2 und die Artikel 26 § 1 und 27 § 5 des Gesetzes vom 28. Dezember 1983 bezüglich des Ausschanks von Spirituosen und bezüglich der Schankerlaubnissteuer insofern, als sie ein Berufsverbot auferlegen bzw. das Recht entziehen, sich am Betrieb eines Ausschanks vergorener Getränke zu beteiligen und/oder jemanden sich am Betrieb eines Ausschanks vergorener Getränke beteiligen zu lassen und/oder jemanden sich am Betrieb eines Ausschanks vergorener Getränke oder einer Schankwirtschaft, wo Spirituosen zum Verzehr an Ort und Stelle verabreicht werden, beteiligen zu lassen, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstossen, soweit sie automatische und zeitlich unbegrenzte Berufsverbote einführen oder wenigstens die völkerrechtlich gewährleistete freie Wahl der Berufstätigkeit sowie das Recht auf Arbeit lebenslänglich aberkennen ».