Traduction de «twee onverbiddelijke vragen dienen » (Néerlandais → Allemand) :

Vermits de twee prejudiciële vragen op een verkeerde lezing van die bepalingen berusten, dienen zij ontkennend te worden beantwoord.
Da die beiden präjudiziellen Fragen auf einer falschen Lesart dieser Bestimmungen beruhen, sind sie verneinend zu beantworten.

Twee onverbiddelijke vragen dienen zich dan aan: wie geeft ons het recht, onder welk voorwendsel dan ook, om te bombarderen, te doden en de fundamentele principes van het volkenrecht met voeten te treden?
In aller Schärfe stellen sich folgende Fragen: Wer gibt uns das Recht, unter jedem x-beliebigen Vorwand Bomben zu werfen, zu töten und Grundprinzipien des Völkerrechts mit Füßen zu treten?

In de in B.7 en B.8 vermelde interpretatie dienen de eerste twee prejudiciële vragen ontkennend te worden beantwoord.
In der in B.7 und B.8 angeführten Auslegung sind die ersten zwei präjudiziellen Fragen verneinend zu beantworten.

Op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief kan de Commissie de lidstaten met name vragen om binnen twee maanden de volgende documenten in te dienen:
Insbesondere kann die Kommission auf Antrag eines Mitgliedstaats oder von Amts wegen Mitgliedstaaten auffordern, innerhalb von zwei Monaten folgendes zu übermitteln:

In mijn verslag ben ik van mening dat beide vragen dienen te worden beantwoord in het licht van twee principes die bepalend waren voor de goedkeuring van deze richtlijn: de gezondheid en de veiligheid van de werknemers.
In meinem Bericht erkläre ich, dass beide Fragen unter Berücksichtigung der Grundsätze beantwortet werden müssen, die zur Annahme der Richtlinie führten: die Gesundheit und Sicherheit der Arbeitnehmer.

Bijgevolg dienen, voorafgaandelijk aan het onderzoek van het middel, aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen met toepassing van artikel 234 van het E.G.-Verdrag twee prejudiciële vragen te worden gesteld, die hierna in het beschikkend gedeelte worden vermeld.
Folglich sind vor der Prüfung des Klagegrunds dem Gerichtshof der Europäischen Gemeinschaften in Anwendung von Artikel 234 des EG-Vertrags zwei Vorabentscheidungsfragen zu stellen, die nachstehend im Urteilstenor angeführt sind.

De twee prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord, wat er voor het Hof op neerkomt het arrest nr. 74/98, dat het op 24 juni 1998 als antwoord op soortgelijke vragen heeft gewezen, te bevestigen, enerzijds, en, wat de tweede prejudiciële vraag betreft, rekening te houden met het feit dat het ontbreken van een specifieke motivering van de beslissing om het deskundigenonderzoek te bevelen door het openbaar ministerie of door een onderzoeksgerecht op het vlak van het niet-contradictoir karakter van het bevolen deskundigenonderzoek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk of in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens niet schendt, anderzijds.
Die zwei präjudiziellen Fragen müssten verneinend beantwortet werden, was für den Hof darauf hinauslaufe, einerseits das Urteil Nr. 74/98, das er am 24. Juni 1998 als Antwort auf ähnliche Fragen verkündet habe, zu bestätigen und andererseits bezüglich der zweiten präjudiziellen Frage die Tatsache zu berücksichtigen, dass das Fehlen einer spezifischen Begründung der Entscheidung zur Anordnung einer Begutachtung durch die Staatsanwaltschaft oder durch ein Untersuchungsgericht bezüglich der nichtkontradiktorischen Beschaffenheit der angeordneten Begutachtung die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, nicht verletze.

De Vlaamse Autonome Hogeschool Antwerpen, verwerende partij in het bodemgeschil, waarin de Raad van State twee prejudiciële vragen heeft gesteld (zaak nr. 1627), behoudt zich in haar memorie het recht voor om, overeenkomstig artikel 89 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, een memorie van antwoord in te dienen, « nadat zij kennis heeft genomen van de andere memories, meer in het bijzonder van het standpunt van de Vlaamse Gemeenschap ».
Die « Vlaamse Autonome Hogeschool Antwerpen », beklagte Partei in dem Hauptverfahren, in dem der Staatsrat zwei präjudizielle Fragen gestellt hat (Rechtssache Nr. 1627), behält sich in ihrem Schriftsatz das Recht vor, gemäss Artikel 89 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 einen Erwiderungsschriftsatz einzureichen, « nachdem sie die anderen Schriftsätze zur Kenntnis genommen hat, insbesondere den Standpunkt der Flämischen Gemeinschaft ».

Art. 7 ter "recht om "de Commissie terug te fluiten" (buiten het kader van de medebeslissingsprocedure)": ingeval de medebeslissingsprocedure niet van toepassing is, behoudt de Raad de bevoegdheid tot bescherming van het wetgevingsdomein (als bedoeld in artikel 7 bis), terwijl het Europees Parlement de Commissie kan vragen om binnen twee maanden een nieuw wetgevingsvoorstel in te dienen waarbij zij dan rekening houdt met het standpunt van het Europees Parlement.
Artikel 7b "Warnbefugnis (außerhalb des Mitentscheidungsverfahrens)": Außerhalb des Mitentscheidungsverfahrens würde der Rat seine Befugnis zum Schutz des gesetzgeberischen Bereichs (gemäß Artikel 7a) behalten, während das Europäische Parlament die Kommission ersuchen könnte, innerhalb von zwei Monaten einen neuen Legislativvorschlag vorzulegen. Letztere würde sich verpflichten, die Stellungnahme des Europäischen Parlaments zu berücksichtigen.