In de meeste lidstaten wordt de proeftijd bepaald naar gelang van de duur van het strafdeel dat op het ogenblik va
n de vrijlating nog niet is uitgevoerd (België, Duitsland, Spanje, Finland, Griekenland [225], Zweden). De proeft
ijd mag echter niet minder bedragen dan één
jaar in Zweden, of twee jaar in België (vijf
jaar voor straffen van meer dan vijf
jaar correctionele gevangenisstraf), en
...[+++]niet meer dan drie jaar in Finland, of tien jaar in België.
In den meisten Mitgliedstaaten wird die Bewährungszeit für den Verurteilten je nach Dauer des Strafrests zum Zeitpunkt der Freilassung bestimmt (z.B. in Belgien, Deutschland, Spanien, Finnland, Griechenland [225] und Schweden). Die Mindestdauer beträgt dabei ein Jahr (Schweden) oder (in Belgien) zwei bzw. fünf Jahre für höhere Strafen (mehr als fünf Jahre Haft), die Hoechstdauer drei Jahre (Finnland) oder zehn Jahre (Belgien).