57. benadrukt het groot belang van de visindustrie voor de sociaal-ekonomische toestand, werkgelegenheid en verbetering van de ekonomische en soci
ale samenhang in de uiterste randgebieden ; herinnert eraan dat de ultraperifere gebieden van de Gemeenschap een sociaal-econ
omische achterstand hebben door hun afgelegen en insulair karakter, geïsoleerde ligging, geringe oppervlakte en ongunstige topografie en klimaat, hun economische afha
nkelijkheid van een klein aantal ...[+++] producten, vooral visproducten, hun beperkte markten en hun tweeledige aard (als regio's van de Gemeenschap en gebieden in een omgeving van ontwikkelingslanden), en dat die kenmerken positieve discriminatie op een
aantal onderdelen van het GVB rechtvaardigen, meer in het bijzonder bij de steunverlening voor modernisering en vernieuwing van de vloot ;
57. betont die Bedeutung der Fischerei für die sozioökonomische Lage, die Beschäftigung und die Förderung des wirtschaftlichen und sozialen Zusammenhalts in den Gebieten in äußerster Randlage; weist darauf hin, dass die Regionen der Gemeinschaft in äußerster Randlage Entwicklungsrückstände in sozialer und wirtschaftlicher Hinsicht aufweisen, die bedingt sind durch Abgelegenheit, Insellage, geringe Ausdehnung, schwierige topographische und klimatische Verhältnisse, wirtschaftliche Abhängigkeit von bestimmten Erzeugnissen, besonders Fischerzeugnissen, Erfordernisse der Märkte und Doppelrolle dieser Regionen (als Gemeinschaftsregionen und zu
gleich als ...[+++] Gebiete, deren Umfeld das eines Entwicklungslandes ist), und dass all dies ein positive Diskriminierung auf bestimmten Gebieten der GFP rechtfertigt, besonders bezüglich der Unterstützung für die Modernisierung und Erneuerung der Flotten;