Bijzondere aan de lidstaten toekomende rechten waarin het nationale privaatrecht of het publiek recht voorziet, moeten van de "doorbraakregeling" worden uitgezonderd als ze verenigbaar zijn met het Verdrag.
Von den Mitgliedstaaten an Gesellschaften gehaltene Sonderrechte, die im einzelstaatlichen Zivil- oder Verwaltungsrecht vorgesehen sind, sollten von der Durchgriffsklausel ausgenommen werden, wenn sie mit dem Vertrag vereinbar sind.