Het Hof moet voorts de uitsluiting van het recht op het voorafgaand vertrouwelijk overleg met een advocaat onderzoeken wanneer de feiten die de verhoorde persoon ten laste kunnen worden gelegd, één van de wanbedrijven vormen die zijn bedoeld in artikel 138, 6°, 6°bis en 6°ter, van het Wetboek van strafvordering.
Der Gerichtshof muss noch den Ausschluss des Rechtes auf eine vorherige vertrauliche Beratung mit einem Rechtsanwalt prüfen, wenn der Sachverhalt, der der vernommenen Person zur Last gelegt werden kann, eines der Vergehen im Sinne von Artikel 138 Nrn. 6, 6bis und 6ter des Strafprozessgesetzbuches darstellt.