In de tweede plaats is het noodzakelijk dat wij een grensarbeiderspas in het leven roepen; een “reisvergunning voor klein grensverkeer” is weliswaar een mooie uitdrukking, maar is tegelijkertijd erg lang en klinkt nogal bureaucratisch. Wij moeten een pas invoeren voor mensen die in het grensgebied wonen en die vaak de grens over moeten steken.
Zweitens gehört hierzu, dass wir einen Grenzgängerausweis schaffen – das schöne Wort „Grenzübertrittsgenehmigung“ klingt auf Deutsch außerordentlich lang und bürokratisch.