2. Vervoedering aan pluimvee, van spoeling, andere dan bedoeld in lid 1, en van afvallen van pluimvee, kan slechts worden toegestaan op voorwaarde dat zij een hittebehandeling in passende installaties hebben ondergaan waarmee wordt gegarandeerd dat de ziekte niet wordt overgedragen en dat het virus van de ziekte van Newcastle wordt vernietigd.
(2) Die Verfütterung von anderem Spültrank als dem in Absatz 1 genannten oder von Gefluegelabfällen an Gefluegel darf nur genehmigt werden, wenn aufgrund einer Wärmebehandlung in einer geeigneten Anlage gewährleistet ist, daß die Krankheit nicht übertragen werden kann und das Seuchenvirus abgetötet ist.