9. betreurt het dat in vele lidstaten de financiering en verstrekking van gespecialiseerde geriatrische medische zorg in de loop der jaren verminderd is en dat er niet voldoende opleiding is verstrekt aan andere specialisten die bij de zorg van oudere mensen betrokken zijn; merkt op dat dit in vele gevallen geleid heeft tot een achteruitgang van de kwaliteit van de zorg voor oudere mensen, die soms een oneerlijke discriminatie van deze bevolkingsgroep vormt; dringt er bij de lidstaten op aan deze situatie goed in het oog te houden, ten einde de middelen voor deze zorg te verhogen wanneer dit nodig zou blijken;
9. stellt mit Bedauern fest, dass die Finanzierung und Bereitstellung fachmedizinischer Dienste in der Geriatrie in vielen Mitgliedstaaten über Jahre abgebaut wurden und anderes Fachpersonal in Bezug auf ältere Menschen nicht hinreichend geschult wurde; stellt fest, dass dies in vielen Fällen zu einer Verschlechterung der Pflege von älteren Menschen geführt hat, was zuweilen als unfaire Diskriminierung ihnen gegenüber betrachtet werden kann; fordert die Mitgliedstaaten auf, diese Situation im Auge zu behalten und erforderlichenfalls eine Mittelerhöhung vorzusehen;
