1. Bij vertrek uit, doorvoer door of aankomst in een haven is de vervoerder verantwoordelijk voor het verzekeren van de in bijlage II vermelde kosteloze bijstand aan gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit op zodanige wijze dat de persoon in staat is aan boord of van boord te gaan van het schip waarvoor hij een vervoerbewijs heeft, onverminderd de toegangsregels als bedoeld in artikel 8, lid 1.
1. Unbeschadet der Zugangsregeln nach Artikel 8 Absatz 1 trägt der Beförderer in Häfen beim Einlaufen, Auslaufen und Transit für die kostenlose Bereitstellung der in Anhang II genannten Hilfeleistungen für Person mit Behinderungen oder eingeschränkter Mobilität derart Sorge, dass die Betreffenden in abfahrende Verkehrsdienste einsteigen oder aus ankommenden Verkehrsdiensten aussteigen können, für die sie einen Fahrschein erworben haben.