Traduction de «rapporteur de zuivere plantaardige » (Néerlandais → Allemand) :

Het gaat om bio-ethanol, biomethanol en hogere bioalcoholen, biodiesel (vetzuurmethylesters – FAME), zuivere plantaardige oliën, met waterstof behandelde plantaardige oliën, dimethylether (DME) en organische verbindingen.
Sie umfassen Bioethanol, Biomethanol und höherwertige Bioalkohole, Biodiesel (Fettsäuremethylester, FAME), reine pflanzliche Öle, hydrierte pflanzliche Öle, Dimethylether (DME) und organische Verbindungen.

Zuivere plantaardige olie (olie die uit oliehoudende planten is verkregen door persing, extractie of vergelijkbare procedures, ruw of geraffineerd maar niet chemisch gemodificeerd, voor zover verenigbaar met het betreffende motortype en de overeenkomstige emissie-eisen)
Reines Pflanzenöl (durch Auspressen, Extraktion oder vergleichbare Verfahren aus Ölsaaten gewonnenes Öl, roh oder raffiniert, jedoch chemisch unverändert, sofern es für den betreffenden Motorentyp geeignet ist und die entsprechenden Emissionsanforderungen erfüllt)

Met name moet onderscheid worden gemaakt tussen twee uiteenlopende soorten aanpak: wat uw rapporteur de zuivere plantaardige olie-benadering zou willen noemen en de gemengde bio- en fossiele brandstof-benadering.
So sollte insbesondere zwischen zwei divergierenden Ansätzen, nämlich einem Ansatz, den der Berichterstatter als reinen Pflanzenölansatz bezeichnen würde, und einem Mischansatz (Biokraftstoffe/fossile Kraftstoffe) unterschieden werden.

Uw rapporteur stelt voor in dit scala van producten een onderscheid aan te brengen door de categorieën zuivere plantaardige olie (eetbare olie, GN-nummers 1507-1516) en chemisch gemodificeerde plantaardige/dierlijke olie (GN-nummers 1516-1518) in te voeren.
Ihr Berichterstatter schlägt vor, eine Unterscheidung innerhalb dieser Produktpalette durch Aufnahme der Kategorie der reinen Pfanzenöle (genießbare Öle, KN-Codes 1507-1516) und der Kategorie der chemisch modifizierten pflanzlichen und tierischen Öle (KN-Codes 1516-1518) vorzunehmen.

Uw rapporteur is van mening dat de zuivere plantaardige olie-aanpak op lange termijn de grootste economische, sociale en milieuvoordelen oplevert, maar hij ziet in dat het alleen hierdoor niet mogelijk is de middellangetermijndoelen te verwezenlijken.
Ihr Berichterstatter ist zwar der Ansicht, dass langfristig gesehen der reine Pflanzenölsatz den größten wirtschaftlichen, sozialen und ökologischen Nutzen bringen würde, räumt aber ein, dass sich mit diesem Ansatz allein die mittelfristigen Ziele nicht erreichen lassen.

Hoewel het uitsluitend in melkvet voorkomende boterzuur (C4) en kwantitatieve schatting van geringe tot gemiddelde hoeveelheden melkvet in plantaardige vetten mogelijk maakt, kan kwalitatieve en kwantitatieve informatie nauwelijks worden verkregen bij toevoeging tot minstens 20 % (gewichtspercentage) vreemd vet aan zuiver melkvet wegens de grote variatie van C4 die ligt tussen ongeveer 3,5 en 4,5 %.
Anhand der nur in Milchfett vorkommenden Buttersäure (C 4) können zwar geringe Milchfettgehalte in Pflanzenfett quantitativ bestimmt werden, die qualitative und quantitative Bestimmung von Fremdfettbeimischungen von bis zu mindestens 20 % (Gewichtsprozent) ist jedoch kaum möglich aufgrund der großen C 4-Schwankungen zwischen 3,5 und 4,5 % (Gewichtsprozent).

Aan de hand van gedefinieerde triglyceridenformules worden plantaardige en dierlijke vetten kwalitatief en kwantitatief in zuiver melkvet bepaald ongeacht de invloed van voedering of lactatie.
Mit Hilfe bestimmter Triglyceridformeln werden pflanzliche und tierische Fette unabhängig von Fütterungs- oder Standortbedingungen im reinen Milchfett qualitativ und quantitativ bestimmt.

Hoewel het uitsluitend in melkvet voorkomende boterzuur (C4) en kwantitatieve schatting van geringe tot gemiddelde hoeveelheden melkvet in plantaardige vetten mogelijk maakt, kan kwalitatieve en kwantitatieve informatie nauwelijks worden verkregen bij toevoeging tot minstens 20 % (gewichtspercentage) vreemd vet aan zuiver melkvet wegens de grote variatie van C4 die ligt tussen ongeveer 3,5 en 4,5 %.
Anhand der nur in Milchfett vorkommenden Buttersäure (C 4) können zwar geringe Milchfettgehalte in Pflanzenfett quantitativ bestimmt werden, die qualitative und quantitative Bestimmung von Fremdfettbeimischungen von bis zu mindestens 20 % (Gewichtsprozent) ist jedoch kaum möglich aufgrund der groben C 4-Schwankungen zwischen 3,5 und 4,5 % (Gewichtsprozent).