Vertaling van "publieke bijeenkomsten overwegende dat er bij sommige vreedzame protesten " (Nederlands → Duits) :

overwegende dat onafhankelijke politieke partijen, vakbonden en mensenrechtenorganisaties in Vietnam verboden zijn en dat er officiële toestemming nodig is voor publieke bijeenkomsten; overwegende dat er bij sommige vreedzame protesten een grote politie-opkomst was en dat prominente activisten huisarrest opgelegd kregen, terwijl andere demonstraties uiteengejaagd werden of simpelweg verboden.
in der Erwägung, dass unabhängige Parteien, Gewerkschaften und Menschenrechtsorganisationen in Vietnam verboten sind und dass für öffentliche Versammlungen eine vorherige Erlaubnis erforderlich ist; in der Erwägung, dass bei einigen friedlichen Demonstrationen viele Polizeikräfte im Einsatz waren und bekannte Aktivisten unter Hausarrest standen, während andere Demonstrationen aufgelöst wurden oder gar nicht erst stattfinden durften.

L. overwegende dat de Egyptische veiligheidsdiensten sinds 26 november 2013 met geweld vreedzame protesten hebben uiteengedreven van mensen die demonstreren tegen de regering, de militaire processen tegen burgers en wet nr. 107; overwegende dat de politie tegen de protestanten gebruik heeft gemaakt van traangas, waterkanonnen en wapenstokken; overwegende dat tientallen verdedigers van de mensenrechten, activisten van de civiele maatschappij, journalisten, bloggers en critici van de regering zijn lastiggevallen en opgesloten en dat sommige door een rechter een reisverbod opgelegd hebben gekregen; overwegende dat diverse gevangenen hebben gemeld dat de politie hen heeft geslagen en seksueel geïntimideerd; overwegende dat deze gedragingen van de Egyptische veiligheidsdiensten een schending zijn van het recht op vrijheid van vereniging en meningsuiting en kunnen worden beschouwd als politiek gemotiveerd;
L. in der Erwägung, dass die ägyptischen Sicherheitskräfte seit dem 26. November 2013 friedliche Demonstrationen von Bürgern, die gegen die Regierung, gegen Prozesse gegen Zivilisten vor Militärgerichten und gegen das Gesetz Nr. 107 protestierten, gewaltsam aufgelöst haben; in der Erwägung, dass die Polizei Tränengas, Wasserwerfer und Knüppel gegen die Demonstranten eingesetzt hat; in der Erwägung, dass Dutzende von Menschenrechtsaktivisten, Aktivisten der Zivilgesellschaft, Journalisten, Bloggern und Regierungskritikern drangsaliert und festgenommen wurden und dass gegen einige von ihnen durch einen Richter Reiseverbote ausgesprochen wurden; in der Erwägung, dass mehrere Inhaftierte berichtet haben, dass sie von der Polizei geschlagen und sexuell belästigt worden seien; in der Erwägung, dass ein derartiges Vorgehen der ägyptischen Sicherheitskräfte einen Verstoß gegen die Versammlungs- und Meinungsfreiheit darstellt und davon ausgegangen werden könnte, dass ihm ein politisches Motiv zugrunde liegt;

E. overwegende dat de noodtoestand in februari 2011 weliswaar werd opgeheven als antwoord op de golf van massademonstraties voor de democratie, maar dat de wettelijke en praktische beperkingen voor vreedzame bijeenkomsten van kracht zijn gebleven, met name een decreet van 18 juni 2001 op grond waarvan het nog steeds verboden is in het openbaar te demonstreren in de stad Algiers, en Wet nr. 91-19 van 2 december 1991 inzake openbare bijeenkomsten en demonstraties op grond waarvan voor elke publieke gebeurtenis vooraf een vergunning moet worden aangevraagd; overwegende dat het ministerie van Binnenlandse Zaken zelden toestemming geeft voor openbare bijeenkomsten;
E. in der Erwägung, dass im Februar 2011 zwar infolge der Welle von Massenkundgebungen für Demokratie der Ausnahmezustand aufgehoben wurde, dass die für friedliche Versammlungen geltenden rechtlichen und praktischen Einschränkungen aber fortbestehen, und dass insbesondere durch das Gesetz vom 18. Juni 2001 öffentliche Kundgebungen in Algiers weiterhin untersagt sind, während nach dem Gesetz 91-19 vom 2. Dezember 1991 über öffentliche Versammlungen und Kundgebungen gilt, dass öffentliche Veranstaltungen grundsätzlich genehmigungspflichtig sind; in der Erwägung, dass öffentliche Versammlungen vom Innenministerium fast nie genehmigt werden;

B. overwegende dat Nabeel Rajab, de voorzitter van het Bahreinse Mensenrechtencentrum en waarnemend secretaris-generaal van de Internationale Federatie voor de mensenrechten, in augustus 2012 is veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf op verdenking van het oproepen tot en deelnemen aan "illegale bijeenkomsten" en "het verstoren van de openbare orde" in februari en maart 2011; overwegende dat zijn terechtstelling in hoger beroep is teruggebracht tot twee jaar gevangenisstraf; overwegende dat dhr. Rajab voorafgaand aan deze opsluiting meerdere malen is gearresteerd op grond van vreedzame uitingen van kritiek op de regering tijdens de in 2011 in Bahrein uitgebroken pro-democratische protesten;
B. in der Erwägung, dass Nabil Radschab, der Präsident des Zentrums für Menschenrechte in Bahrain (Bahrain Centre for Human Rights (BCHR)) und stellvertretender Generalsekretär der Internationalen Föderation für Menschenrechte, im August 2012 zu drei Jahren Haft verurteilt wurde, weil man ihn für schuldig befunden hatte, zwischen Februar und März 2011 zu „illegalen Versammlungen“ aufgerufen und an ihnen teilgenommen sowie die „öffentliche Ordnung gestört“ zu haben; unter Hinweis darauf, dass diese Strafe im Berufungsverfahren auf zwei Jahre Haft verkürzt wurde; in der Erwägung, dass Nabil Radschab vor seiner Inhaftierung mehrmals festgenommen wurde, weil er während der Proteste für Demokratie, die 2011 in Bahrain ausbrachen, friedlich Kritik an der Regierung geübt hatte;

B. overwegende dat Nabeel Rajab, de voorzitter van het Bahreinse Mensenrechtencentrum en waarnemend secretaris-generaal van de Internationale Federatie voor de mensenrechten, in augustus 2012 is veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf op verdenking van het oproepen tot en deelnemen aan „illegale bijeenkomsten” en „het verstoren van de openbare orde” in februari en maart 2011; overwegende dat zijn terechtstelling in hoger beroep is teruggebracht tot twee jaar gevangenisstraf; overwegende dat dhr. Rajab voorafgaand aan deze opsluiting meerdere malen is gearresteerd op grond van vreedzame uitingen van kritiek op de regering tijdens de in 2011 in Bahrein uitgebroken pro-democratische protesten;
B. in der Erwägung, dass Nabil Radschab, der Präsident des Zentrums für Menschenrechte in Bahrain (Bahrain Centre for Human Rights (BCHR)) und stellvertretender Generalsekretär der Internationalen Föderation für Menschenrechte, im August 2012 zu drei Jahren Haft verurteilt wurde, weil man ihn für schuldig befunden hatte, zwischen Februar und März 2011 zu „illegalen Versammlungen“ aufgerufen und an ihnen teilgenommen sowie die „öffentliche Ordnung gestört“ zu haben; unter Hinweis darauf, dass diese Strafe im Berufungsverfahren auf zwei Jahre Haft verkürzt wurde; in der Erwägung, dass Nabil Radschab vor seiner Inhaftierung mehrmals festgenommen wurde, weil er während der Proteste für Demokratie, die 2011 in Bahrain ausbrachen, friedlich Kritik an der Regierung geübt hatte;