Traduction de «privaatrechtelijke rechtspersoon opgericht » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

privaatrechtelijke rechtspersoon
juristische Person des privaten Rechts

privaatrechtelijke rechtspersoon
juristische Person des privaten Rechts | juristische Person des Privatrechts

statuten van een privaatrechtelijke rechtspersoon
Satzung einer juristischen Person des Privatrechts

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Soort uitvoerende instantie krachtens artikel 38, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013: bestaande of nieuw opgerichte rechtspersoon die belast is met de uitvoering van financieringsinstrumenten; de Europese Investeringsbank; het Europees Investeringsfonds; internationale financiële instelling waarvan een lidstaat aandeelhouder is; in een lidstaat gevestigde financiële instelling die onder overheidstoezicht een openbaar belang nastreeft; een publiek- of privaatrechtelijke instantie; managementautoriteit die rechtstreeks uitvoeringstaken verricht (alleen voor leningen en garanties)
Art der mit dem Einsatz betrauten Stelle nach Artikel 38 Absatz 4 der Verordnung (EU) Nr. 1303/2013: bestehende oder neu geschaffene juristische Person, die mit dem Einsatz von Finanzinstrumenten betraut ist; Europäische Investitionsbank; Europäischer Investitionsfonds; internationale Finanzinstitution, an der ein Mitgliedstaat beteiligt ist; in einem Mitgliedstaat eingerichtete Finanzinstitution, die das Erreichen des öffentlichen Interesses unter der Kontrolle einer Behörde zum Ziel hat; Einrichtung des öffentlichen oder des privaten Rechts; Verwaltungsbehörde, die die Durchführungsaufgaben direkt ausführt (nur Darlehen und Bürgschaften)

Schendt artikel 50 van het decreet van 4 maart 1991 van de Franse Gemeenschap van België inzake hulpverlening aan de jeugd, in zoverre het de erkenning toestaat voor de enkele publiekrechtelijke rechtspersoon of een privaatrechtelijke rechtspersoon opgericht in de vorm van een v.z.w., de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het een natuurlijke persoon niet toestaat de erkenning aan te vragen ?
Verstösst Artikel 50 des Dekrets der Französischen Gemeinschaft Belgiens vom 4. März 1991 über die Jugendhilfe insofern, als er die Anerkennung nur für eine öffentlich-rechtliche Rechtsperson oder für eine in der Form einer VoG gegründete privatrechtliche Rechtsperson erlaubt, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er einer natürlichen Person die Beantragung der Anerkennung nicht gestattet?

Schendt artikel 50 van het decreet van 4 maart 1991 van de Franse Gemeenschap van België inzake hulpverlening aan de jeugd, in zoverre het de erkenning toestaat voor de enkele publiekrechtelijke rechtspersoon of een privaatrechtelijke rechtspersoon opgericht in de vorm van een v.z.w., de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het een natuurlijke persoon niet toestaat de erkenning aan te vragen ?
Verstösst Artikel 50 des Dekrets der Französischen Gemeinschaft Belgiens vom 4. März 1991 über die Jugendhilfe insofern, als er die Anerkennung nur für eine öffentlich-rechtliche Rechtsperson oder für eine in der Form einer VoE gegründete privatrechtliche Rechtsperson erlaubt, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er einer natürlichen Person die Beantragung der Anerkennung nicht gestattet?

3° indien het gaat om een publiekrechtelijke rechtspersoon of een privaatrechtelijke rechtspersoon die niet onder de vorm van een handelsvennootschap is opgericht : in het aantal leden van de beheersorganen en personeelsleden die aansprakelijk zijn voor de verrichtingen waarvoor de registratie werd aangevraagd enkel personen te hebben opgenomen die voldoen aan de voorwaarden onder 1°, b) en c).
3° falls es sich um eine nicht in der Form einer Handelsgesellschaft gegründete juristische Person öffentlichen oder privaten Rechts handelt: unter den Mitgliedern ihrer Verwaltungsorgane oder ihren für die die Registrierung erfordernden Vorgänge verantwortlichen Personalmitgliedern lediglich Personen zählen, welche die in Punkt 1°, b und c, erwähnten Bedingungen erfüllen.

Artikel 20, § 3, van het decreet stelt de voorwaarden vast waaronder een publiekrechtelijk rechtspersoon aan derden de exploitatie van een centrum voor technische ingraving kan toevertrouwen en regelt met name de vorm die de overeenkomst moet hebben die tussen de publiekrechtelijke vennootschap en de privaatrechtelijke rechtspersoon wordt afgesloten, door te bepalen dat een aldus opgerichte entiteit in meerderheid publiek moet zijn.
Artikel 20 § 3 des Dekrets lege die Bedingungen fest, unter denen eine juristische Person des öffentlichen Rechts Drittpersonen die Bewirtschaftung eines technischen Vergrabungszentrums anvertrauen könne, und regele insbesondere die Form, die das zwischen der juristischen Person des öffentlichen Rechts und der juristischen Person des Privatrechts abgeschlossene Abkommen aufweisen müsse, wobei er vorsehe, da|gb das auf diese Weise geschaffene Gebilde mehrheitlich in der öffentlichen Hand liegen müsse.

Door in artikel 20, § 3, van het bestreden decreet te bepalen dat, wanneer een publiekrechtelijk rechtspersoon zich verenigt met een privaatrechtelijk rechtspersoon, « de opgerichte entiteit in meerderheid publiek [moet] zijn » en moet bestaan in de vorm van een naamloze vennootschap of een coöperatieve vennootschap, heeft de wetgever geenszins het vennootschapsrecht gereglementeerd.
Indem der Dekretgeber in Artikel 20 § 3 des angefochtenen Dekrets vorsieht, da|gb in dem Fall, wo eine juristische Person des öffentlichen Rechts sich mit einer juristischen Person des Privatrechts zusammenschlie|gbt, « die Vorherrschaft der so gebildeten Vereinigung in der öffentlichen Hand liegen » mu|gb und die Vereinigung die Form einer Aktiengesellschaft oder einer Genossenschaft aufweisen mu|gb, hat er keineswegs das Gesellschaftsrecht geregelt.