5. Indien de bevoegde autoriteit dat na de sluiting van een afvalvoorziening noodzakelijk acht met het oog op naleving van milieunormen van de Gemeenschap, met name in Richtlijn 76/464/EEG van de Raad van 4 mei 1976 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu
van de Gemeenschap worden geloosd , Richtlijn 80/68/EEG van de Raad van 17 december 1979 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging veroorzaakt door de lozing van bepaalde gevarrlijke stoffen en onder meer Richtlijn 2000/60/EG zal de exploitant o.m. de fysi
...[+++]sche en chemische stabiliteit van de voorziening onder controle houden en eventuele negatieve milieueffecten tot een minimum beperken, in het bijzonder met betrekking tot het oppervlaktewater en grondwater, door te verzekeren dat:(5) Sofern die zuständige Behörde dies zur Erfüllung gemeinschaftlicher Umweltschutznormen, insbesondere der Normen der Richtlinie 76/464/EWG des Rates vom 4. Mai 1976 betreffend die Verschmutzung infolge der Ableitung bestimmter gefährlicher Stoffe in die Gewässer der Gemeinschaft , der Richtlinie 80/68/EWG des Rates vom 17. Dezember 1979 über den Schutz des Grundwassers gegen Verschmutzung durch bestimmte gefährliche Stoffe und und der Richtlinie 2000/60/EG , nach der Stilllegung einer Abfallentsorgungsreinrichtung für notwendig erachtet, hat der Betreiber unter anderem die physikalische und chemische Stabilität der Einrichtung zu kontrollieren und dafür zu sorgen, dass etwaige negative Auswirkungen auf die Umwelt, vor allem auf Oberflä
...[+++]chen- und Grundwasser, möglichst gering gehalten werden, indem er gewährleistet, dass:
