De vraag komt erop neer van het Hof te vernemen of het niet discriminerend is dat
werknemers die, bij ontstentenis van openbaarmaking van de werkroosters waarin is voorzien bij de voormelde artikelen 157 tot 159, worden vermoed hun prestaties te hebben verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid in de periode van 11 augustus 1991 tot 30 april 1997, enerzijds, en dezelfde werknemers die, in dezelfde hypothese, worden vermoed hun prestaties te hebben verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid in de periode tot 10 augustus 1991 of in de periode die ingaat op 1 mei 1997, anderzijds, ve
...[+++]rschillend worden behandeld doordat voor de eerste periode het bewijs van het tegendeel niet mag worden aangebracht, terwijl zulks voor de andere periodes niet wordt uitgesloten.Die Frage läuft darauf hinaus, vom Hof zu erfahren, ob es nicht diskriminierend ist, dass einerseits die Arbeitnehmer, bei denen in Ermangelung der in den obengenannten Artikeln 157 bis 159 vorgesehenen Offenlegung der Arbeitszeitpläne davon ausgegangen wird, ihre Leistungen im Rahmen eines Arbeitsvertrags für Vollzeitarbeit in der Zeit vom 11. August 1991 bis zum 30. April 1997 erbracht zu haben, und dass andererseits dieselben Arbeitnehmer, bei denen in derselben Hypothese davon ausgegangen wird, ihre Leistungen im Rahmen eines Arbeitsvertrags für Vollzeitarbeit bis zum 10. August 1991 oder ab dem 1. Mai 1997 erbracht zu haben, unterschiedlich behandelt werden, indem für den ersten Zeitraum der Beweis des Gegenteils ni
cht erbrac ...[+++]ht werden kann, während dies für die anderen Zeiträume nicht ausgeschlossen wird.