De Ministerraad, die niet zo ver gaat te beweren dat he
t attractiebeginsel nooit door de wetgever is opgegeven (het koninklijk besluit van 20 december 1996 schijnt het voorwerp van
grote verwarring te hebben uitgemaakt, zowel op het vlak van de formulering als van de interpretatie ervan) noch, bijgevolg, dat er enige retroactiviteit is, is van mening dat die
- door de wetgever gewilde - retroactiviteit redelijkerwijze verantwoord i
...[+++]s.