14. betreurt dat de Europe
se instellingen nog steeds achterlopen op de beste praktijk in bepaalde lidstate
n op het gebied van niet-discriminerende maatregelen; is van oordeel dat een modern openbaar ambt ervoor moet zorgen dat gelijke behandeling in de zin van artikel 13 van het Verdrag, degelijk is opgenomen in zijn personeelsbeleid; gelast zijn secretaris-generaal vóór 1 september 2001 een verslag i
n te dienen over de maatregelen die het Parlement o ...[+++]p eigen initiatief kan nemen, naast de maatregelen waartoe in de context van de herziening van het Statuut van de ambtenaren kan worden beslist;
14. bedauert, dass die europäischen Institutionen in Bezug auf Nichtdiskriminierungsmaßnahmen immer noch einen Rückstand in Vergleich zu den besten Praktiken in einigen Mitgliedstaaten aufweisen; vertritt die Auffassung, dass ein moderner öffentlicher Dienst sicherstellen sollte, dass die Gleichbehandlung gemäß Artikel 13 des Vertrags im Rahmen seiner Personalpolitik gut verankert ist; beauftragt seinen Generalsekretär, bis 1. September 2001 einen Bericht vorzulegen, welche Maßnahmen es aus eigener Initiative parallel zu den Maßnahmen ergreifen kann, die ggf. im Kontext der Änderung des Statuts beschlossen werden;