Deze bepaling komt er in feite op neer dat de lidstaten wat het recht tot het verlenen van kwijting betreft, voor een klein maar belangrijk deel van de communautaire begroting op de stoel van het Europees Parlement gaan zitten.
Diese Regelung bedeutet de facto, dass die Mitgliedstaaten bei einem begrenzten, jedoch bedeutsamen Teil des Gemeinschaftshaushalts an die Stelle des Parlaments treten, was die Wahrnehmung der Entlastungsbefugnis anbelangt.