We worden intussen wel geconfronteerd met een uiterst belangrijk politiek dilemma. We moeten aan de ene kant ontwikkelingssamenwerking en humanitaire steun leveren aan mensen die het slachtoffer zijn van leiders die zich niet of nauwelijks druk maken over het welzijn van hun onderdanen, maar we moeten er daarbij wel op letten dat communautaire fondsen niet worden aangewend voor de aankoop van krijgsmaterieel, terrorisme, propaganda- en indoctrinatiecampagnes – vooral als het om kinderen gaat – , racisme, xenofobie, haat en zelfmoordcommando's.
Politisch jedoch stehen wir vor einem äußerst brisanten Dilemma: Einerseits sollen wir die Entwicklungszusammenarbeit und die Gewährung von Gemeinschaftshilfen an Bevölkerungsgruppen, die Opfer von Führern sind, die sich kaum oder gar nicht um ihr Wohlergehen kümmern, sicherstellen und andererseits gewährleisten, dass die Gemeinschaftsmittel nicht für den Kauf von Kriegsmaterial, für den Terrorismus, für Propaganda und für die Indoktrinierung insbesondere von Kindern, für Rassismus, Fremdenfeindlichkeit, Hass und Bombenattentate abgezweigt werden, wie sich jetzt im Falle von dem Libanon gewährten Hilfen herausgestellt hat.
