53. benadrukt dat de beginselen van menselijke waardigheid en gelijkheid voor de wet en het verbod op discriminatie op welke grond dan ook het fundament van de rechtsstaat vormen; verzoekt de lidstaten om een nationaal wetgevingskader vast te stellen voor de bestrijding van alle vormen van discriminatie en om de effectieve toepassing van het bestaande EU-rechtskader te waarborgen;
53. betont, dass die Grundsätze der Menschenwürde und der Gleichheit vor dem Gesetz sowie das Verbot der Diskriminierung aus jedwedem Grund die Grundlagen der Rechtsstaatlichkeit sind; fordert die Mitgliedstaaten auf, einen nationalen Rechtsrahmen anzunehmen, um gegen jegliche Form der Diskriminierung vorzugehen und die wirksame Umsetzung des geltenden EU-Rechtsrahmens zu gewährleisten;