P. overwegende dat een drugsbestrijdingsbeleid van de Europese Unie onmogelijk is indien niet met derde landen wordt samengewerkt; dat de internationale drugsbestrijdingsovereenkomsten en de drugsbestrijdingsclausule in de tussen de Unie en derde landen gesloten overeenkomsten dan ook een absolutie prioriteit zijn; dat het beleid op het gebied van ontwik
kelingssamenwerking moet worden herzien en aangepast aan de in de politieke verklaring van de buitengewone zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van juni 1998 geformuleerde beginselen; dat een "constructieve dialoog” geen voorwendsel mag zijn voor een laks belei
d onder he ...[+++]t mom van "Realpolitik”,P. in der Erwägung, daß es ohne Zusammenarbeit mit Drittländern keine Politik der Europäischen Union zur Dro
genbekämpfung geben kann; unter Hinweis darauf, daß den internationalen Übereinkommen über die Drogenbekämpfung und der in den Abkommen, die zwischen der Union und Drittländern geschlossen werden, enthaltenen Antidrogenklausel deshalb absolute Priorität zukommt; in der Erwägung, daß die Politik der Entwicklungszusammenarbeit überdies neu konzipiert und an die Grundsätze angepaßt werden muß, die in der politischen Erklärung der Sondertagung der Vollversammlung der Vereinten Nationen vom Juni 1998 enthalten sind; in der Erwägung,
...[+++] daß die Praxis eines "konstruktiven Dialogs“ nicht als Alibi - unter dem Deckmantel der Realpolitik - für eine Politik des Laissez faire dienen darf,