Traduction de «mogelijkheid van structurele financiering vormen » (Néerlandais → Allemand) :

Overwegende dat de High Level Group 3 % pleit voor de oprichting van een « Belgische Onderzoeksruimte » en dat de IUAP's een mogelijkheid van structurele financiering vormen waarbij Nederlandstalige en Franstalige onderzoeksploegen van het land kunnen samenwerken;
In der Erwägung, dass die High Level Group 3% die Errichtung eines « Belgischen Forschungsraums » befürwortet und dass die IFP die Möglichkeit einer strukturellen Finanzierung darstellen, wobei die französischsprachigen und die niederländischsprachigen Forschungsteams des Landes zusammenarbeiten können;

Overwegende dat de High Level Group 3 % pleit voor de oprichting van een « Belgische Onderzoeksruimte » en dat de IUAP's een mogelijkheid van structurele financiering vormen waarbij Nederlandstalige en Franstalige onderzoeksploegen van het land kunnen samenwerken;
In der Erwägung, dass die High Level Group 3 % die Errichtung eines « Belgischen Forschungsraums » befürwortet und dass die IFP die Möglichkeit einer strukturellen Finanzierung darstellen, wobei die französischsprachigen und die niederländischsprachigen Forschungsteams des Landes zusammenarbeiten können;

37. roept de lidstaten op hun wetgevings- en beleidskader te herzien met het oog op de deelname aan de arbeidsmarkt van vrouwen met een handicap, evenals vrouwen met een intellectuele beperking of een mentale handicap; benadrukt dat actieve maatregelen in het kader van het arbeidsmarktbeleid moeten worden genomen voor vrouwen met een handicap, om hen in staat stellen individuele keuzes te maken, bijvoorbeeld uit flexibel werk, werk in deeltijd en werk in voltijd, en dat de mogelijkheid moet worden bestudeerd van financiële prikkels om kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) te stimuleren, evenals van andere steunmaatregelen voor een betere balans tussen werk en privéleven; benadrukt dat vrouwen met een handicap gelijke toegang moeten hebben tot financiering voor het opstarten van kleine ondernemingen en andere vormen van zelfstandige werkzaamheid, evenals het recht om te kunnen kiezen uit verschillende vormen van werkgelegenheid; moedigt de lidstaten aan zich te laten inspireren door positieve praktijkervaringen in andere lidstaten; dringt er bij werkgevers op aan redelijke aanpassingen van werkplekken en werkomstandigheden uit te voeren zodat een sterkere nadruk wordt gelegd op stimulansen voor mensen met een handicap en hun actieve integratie in de arbeidsmarkt, terwijl in de mogelijkheid wordt voorzien om individuele gevallen van discriminatie bij arbeidsrechtbanken aan te kaarten overeenkomstig artikel 5 van richtlijn 2000/78/EG;
37. fordert die Mitgliedstaaten auf, ihre gesetzlichen und politischen Rahmenbedingungen hinsichtlich der Teilhabe von Frauen mit körperlichen Behinderungen sowie von Frauen mit geistigen Beeinträchtigungen oder Behinderungen am Arbeitsmarkt zu überprüfen; betont, dass aktive arbeitsmarktpolitische Maßnahmen für Frauen mit Behinderungen ergriffen werden müssen, durch die individuelle Beschäftigungsmöglichkeiten wie flexible Teil- oder Vollzeitarbeitsverhältnisse ermöglicht werden, und dass die Möglichkeit in Betracht gezogen werden muss, kleine und mittlere Unternehmen (KMU) durch finanzielle Anreize oder andere Unterstützungsmaßnahmen zu motivieren, für eine bessere Vereinbarkeit von Berufs- und Privatleben zu sorgen; betont, dass Frauen mit Behinderungen bei der Gründung kleiner Unternehmen sowie anderer Formen der Selbständigkeit gleichberechtigten Zugang zu Finanzierungsmöglichkeiten sowie das Recht haben sollten, zwischen verschiedenen Beschäftigungsformen zu wählen; hält die Mitgliedstaaten dazu an, auf bewährte Verfahren aus ganz Europa zurückzugreifen; fordert die Arbeitgeber auf, Arbeitsplätze und Arbeitsbedingungen in angemessener Weise anzupassen, um Menschen mit Behinderungen verstärkt Anreize zu bieten und sie aktiv in den Arbeitsmarkt einzugliedern, wobei in Fällen von Diskriminierung die Möglichkeit bestehen sollte, sich gemäß Artikel 9 der Richtlinie 2000/78/EG an die zuständigen Arbeitsgerichte zu wenden;

3. roept de lidstaten op hun wetgevings- en beleidskader te herzien met het oog op de deelname aan de arbeidsmarkt van vrouwen met een handicap, evenals vrouwen met een intellectuele beperking of een mentale handicap; benadrukt dat actieve maatregelen in het kader van het arbeidsmarktbeleid moeten worden genomen ten gunste van vrouwen met een handicap, om hen in staat stellen individuele keuzes te maken, bijvoorbeeld uit flexibel werk, werk in deeltijd en werk in voltijd, en dat de mogelijkheid moet worden bestudeerd van financiële prikkels om kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) te stimuleren, evenals van andere steunmaatregelen voor een betere balans tussen werk en privéleven; benadrukt dat vrouwen met een handicap gelijke toegang moeten hebben tot financiering voor het opstarten van kleine ondernemingen en andere vormen van zelfstandige werkzaamheid, evenals het recht om te kunnen kiezen uit verschillende vormen van werkgelegenheid; moedigt de lidstaten aan zich te laten inspireren door de beste praktijken in andere lidstaten; verzoekt werkgevers redelijke aanpassingen van werkplekken en werkomstandigheden te bewerkstellingen zodat een sterkere nadruk wordt gelegd op stimulansen voor mensen met een handicap en hun actieve integratie in de arbeidsmarkt, terwijl in de mogelijkheid wordt voorzien om individuele gevallen van discriminatie bij arbeidsrechtbanken aan te kaarten overeenkomstig artikel 5 van richtlijn 2000/78/EG;
3. fordert die Mitgliedstaaten auf, ihre gesetzlichen und politischen Rahmenbedingungen hinsichtlich der Teilhabe von Frauen mit körperlichen Behinderungen sowie von Frauen mit intellektuellen Beeinträchtigungen und geistigen Behinderungen am Arbeitsmarkt zu überprüfen; betont, dass aktive arbeitsmarktpolitische Maßnahmen für Frauen mit Behinderungen ergriffen werden müssen, durch die individuelle Beschäftigungsmöglichkeiten wie flexible Teil- oder Vollzeitarbeitsverhältnisse ermöglicht werden, und dass die Möglichkeit in Betracht gezogen werden muss, kleine und mittlere Unternehmen (KMU) durch finanzielle Anreize oder andere Unterstützungsmaßnahmen zu motivieren, für eine bessere Vereinbarkeit von Berufs- und Privatleben zu sorgen; betont, dass Frauen mit Behinderungen bei der Gründung kleiner Unternehmen sowie anderer Formen der Selbständigkeit gleichen Zugang zu Finanzierungsmöglichkeiten sowie das Recht haben sollten, zwischen verschiedenen Beschäftigungsformen zu wählen; hält die Mitgliedstaaten dazu an, auf bewährte Verfahren aus ganz Europa zurückzugreifen; fordert die Arbeitgeber auf, Arbeitsplätze und Arbeitsbedingungen entsprechend anzupassen, um Menschen mit Behinderungen verstärkt Anreize zu bieten und sie aktiv in den Arbeitsmarkt einzubeziehen, wobei in einzelnen Fällen von Diskriminierung die Möglichkeit besteht, die betreffenden Ansprüche gemäß Artikel 5 der Richtlinie 2000/78/EG auf dem Gerichtsweg geltend zu machen;

18. denkt dat een geïntegreerde benadering ook meer kans van slagen biedt als ze door de plaatselijke en regionale overheden gevolgd wordt, die een totaalbeeld, optimale coördinatie van de beleidsvoering en initiatieven binnen het stadsgebied en een visie van zijn ontwikkeling op lange termijn kunnen bieden; vraagt de lidstaten dan ook, krachtens artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van 11 juli 2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal fonds en het Cohesiefonds, om de steden bij de programmering en aanwending van de structurele financiering te betrekken die bestemd is om de vormen van stadsbeleid die volgens de beleidsprogramma's in aanmerking komen, te helpen financieren, en om de uitvoering van het beleid aan de steden over te laten;
18. ist außerdem der Auffassung, dass ein integrierter Ansatz größere Aussichten auf Erfolg hat, wenn er von den lokalen und regionalen Gebietskörperschaften verfolgt wird, die eine Gesamtsicht, eine optimale Koordinierung der Politik und der Initiativen in einem Ballungsraum und eine langfristige Sicht der Entwicklung des betreffenden Ballungsraums gewährleisten können; fordert die Mitgliedstaaten daher auf, auf der Grundlage von Artikel 11 der Verordnung (EG) Nr. 1083/2006 des Rates vom 11. Juli 2006 mit allgemeinen Bestimmungen über den Europäischen Fonds für regionale Entwicklung, den Europäischen Sozialfonds und den Kohäsionsfonds die Städte an der Programmplanung und der Verwaltung der Strukturfondsmittel zu beteiligen, die für die Kofinanzierung von im Rahmen der operationellen Programme förderfähigen städtischen Maßnahmen vorgesehen sind, und ihnen deren Umsetzung zu übertragen;

18. vindt dat, gezien de dringende behoefte aan structurele financiering voor een groot aantal EU-regio's in de nieuwe programmaperiode, alle middelen die voor het cohesiebeleid zijn toegekend, voor dit doel moeten worden besteed; dringt derhalve aan op de mogelijkheid om de middelen die niet besteed zijn wegens de N+2 regels binnen rubriek 1b opnieuw te gebruiken voor de regio's die in staat zijn deze te absorberen op basis van de beginselen van doeltreffendheid en eerlijkheid;
18. ist der Auffassung, dass alle für die Kohäsionspolitik bereitgestellten Mittel auch für diesen Zweck ausgegeben werden sollten, da viele EU-Regionen im neuen Programmplanungszeitraum dringend Strukturfondsmittel benötigen; fordert deshalb die Möglichkeit, nicht ausgegebene Mittel auf der Grundlage der N+2-Regel im Rahmen der Teilrubrik 1 b für die Regionen aufzuwenden, die sie gemäß den Grundsätzen von Effizienz und Fairness auch ausschöpfen können;

14. vindt dat, gezien de dringende behoefte aan structurele financiering voor een groot aantal EU-regio's in de nieuwe programmaperiode, alle middelen die voor het cohesiebeleid zijn toegekend, voor dit doel moeten worden besteed; dringt derhalve aan op de mogelijkheid om de middelen die niet besteed zijn wegens de N+2 regels binnen rubriek 1b opnieuw te gebruiken voor de regio's die in staat zijn deze te absorberen op basis van de beginselen van doeltreffendheid en eerlijkheid;
14. ist der Auffassung, dass alle für die Kohäsionspolitik bereitgestellten Mittel auch für diesen Zweck ausgegeben werden sollten, da viele EU-Regionen im neuen Programmplanungszeitraum dringend Strukturfondsmittel benötigen; fordert deshalb die Möglichkeit, nicht ausgegebene Mittel auf der Grundlage der N+2-Regel im Rahmen der Teilrubrik 1 b für die Regionen aufzuwenden, die sie gemäß den Grundsätzen von Effizienz und Fairness auch ausschöpfen können;

In deze context kunnen meer algemene structurele maatregelen die geen staatssteun vormen, bijdragen tot een toename van de verschaffing van risicokapitaal, zoals het bevorderen van een ondernemerschapscultuur, een neutralere fiscale behandeling van de verschillende vormen van KMO-financiering (zoals nieuw kapitaal, ingehouden winst en schulden), het stimuleren van marktintegratie en het versoepelen van wettelijke beperkingen, waaronder beperkingen voor investeringen door bepaalde soorten financiële instellingen (zoals pensioenfondsen) en in de vorm van administratieve procedures inzake de oprichting van ondernemingen.
In diesem Zusammenhang können außer staatlichen Beihilfen auch u. a. folgende allgemeine strukturelle Maßnahmen zu einem verstärkten Risikokapitalangebot führen: Förderung des Unternehmertums, Einführung einer neutralen Besteuerung der verschiedenen Arten der Finanzierung von KMU (z. B. neues Beteiligungskapital, einbehaltene Gewinne, Kreditfinanzierung), Verbesserung der Marktintegration und Schaffung besserer gesetzlicher Rahmenbedingungen beispielsweise durch Aufhebung der Beschränkungen der Anlagetätigkeit von bestimmten Arten von Finanzinstituten (z. B. Pensionsfonds) und durch Verringerung des Verwaltungsaufwands bei Gründung eines Unternehmens.

- inspanningen te blijven leveren om de toegang van innovatieve bedrijven tot financiering tegen concurrerende prijzen te verbeteren en de mogelijkheid te bezien om innovatie zo nodig aan te moedigen met verschillende vormen van beleidsmatige stimulansen;
ihre Anstrengungen fortzusetzen, den Zugang innovativer Unternehmen zu Finanzmitteln zu wettbewerbsfähigen Konditionen zu erleichtern, und gegebenenfalls das innovationsfördernde Potenzial verschiedener Formen politischer Anreize zu erwägen;